Inhoudsopgave
Advertenties
5.Installatie
5.3.1
Aarding
Om de omvormer effectief te beschermen, moeten twee aardingsmethoden worden uitgevoerd.
Sluit de wisselstroomaardingskabel aan (raadpleeg paragraaf 5.3.3).
Sluit de externe aardklem aan.
Volg de onderstaande stappen om de aardingsklem op het koellichaam aan te sluiten:
1)
Bereid de aardingskabel voor: we raden aan om de koperen kabel van
buiten te gebruiken.
2)
Bereid OT-aansluitingen voor: M6.
Belangrijk:
Voor meerdere parallel geschakelde omvormers moeten alle omvormers op hetzelfde
aardpunt worden aangesloten om de mogelijkheid van een spanningspotentieel te elimineren
tussen omvormer-aarde.
3)
Strip de isolatie van de aardingskabel tot een geschikte lengte (zie afbeelding 5.8).
Afbeelding 5.8 Geschikte lengte
Belangrijk:
B (lengte isolatiestrip) is 2 mm~3 mm langer dan A (krimpgebied OT-
kabelaansluiting) 2mm~3mm.
4) Steek de gestripte draad in het krimpgebied van de OT-terminal en gebruik de hydraulische klem
om de aansluiting op de draad te krimpen (zie afbeelding 5.9).
.14.
voor
≥ 6mm²
B
A
Afbeelding 5.9 De draad stripppen
Belangrijk:
Na het krimpen van de terminal op de draad, inspecteert u de verbinding om er zeker van te zijn dat
de klem stevig op de draad is gekrompen.
5)
Verwijder de schroef van het aardingspunt van het koellichaam.
6)
Sluit de aardingskabel aan op het aardingspunt op het koellichaam en draai de aardingsschroef vast, het
koppel is 3 Nm (zie afbeelding 5.10).
Aardingsschroef
Afbeelding 5.10 Bevestigde kabel
Belangrijk:
Voor het verbeteren van de anticorrosieprestaties,
nadat de aardingskabel is geïnstalleerd, moet siliconen of verf worden aangebracht om te
beschermen.
5.Installatie
C
D
.15.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
