Inhoudsopgave
Advertenties
Normale weergave (n)
Met deze parameter kan de normale weergave van de thermostaat
worden geselecteerd. Deze informatie wordt altijd op het display
weergegeven, wanneer er geen menu is geselecteerd en er geen
vakantie-instellingen actief zijn.
1. Met de toetsen + en - kunt u één van de onderstaande
bedrijfsstanden selecteren.
2. Met S wordt deze geactiveerd.
Normale weergave
Huidige tijd
Huidige insteltemperatuur
Huidige gemeten temperatuur Gemeten
* af fabriek ingesteld
Bedrijf (b)
Met deze parameter kan de bedrijfsstand van de kamerthermostaat
worden geselecteerd. Hiermee worden de sensorkeuze voor de
temperatuurregeling, de functie verwarmen/koelen en de
begrenzingsfunctie bepaald.
1. Met de toetsen + en - kunt u één van de onderstaande
bedrijfsstanden selecteren.
2. Met S wordt deze geactiveerd.
Aansturing
Functie
Interne sensor Verwarmen
Interne sensor Koelen
Externe sensor Koelen
Interne sensor Koelen
Interne sensor Verwarmen
Externe sensor Verwarmen
* af fabriek ingesteld
Weergave
Klok*
Ingesteld
Bodemtemperatuurbegrenzing Weergave
---
Externe sensor
---
---
Externe sensor
---
Schakeldifferentie (d)
Deze parameter bepaalt de schakeldifferentie (hysterese) van de
regelfunctie.
1. Met de toetsen + en - kunt u de waarde selecteren.
2. Met S wordt de waarde geactiveerd.
Wanneer de huidige gemeten temperatuur meer dan de hier ingestelde
waarde boven de insteltemperatuur komt, wordt het relais uitgeschakeld
(bedrijfsstand verwarmen).
Wanneer de gemeten temperatuur meer dan de hier ingestelde waarde
onder de insteltemperatuur komt, wordt het relais weer ingeschakeld
(bedrijfsstand verwarmen).
Af fabriek is de hysterese op ±0,2 °C ingesteld
Temperatuurbegrenzing (G)
Met deze parameter kan de bodemtemperatuur worden begrensd. Bij
geactiveerde begrenzingsfunctie (bedrijfsstand met begrenzingsfunctie
geselecteerd) wordt het relais uitgeschakeld, zodra de door de externe
sensor gemeten temperatuur boven de hier ingestelde temperatuur komt
(verwarmen).
Bij koelen wordt het relais uitgeschakeld, zodra de gemeten temperatuur
onder de ingestelde temperatuurbegrenzing komt.
1. Met de toetsen + en - kunt u de begrenzing instellen.
2. Met S wordt de begrenzing geactiveerd.
Het instelbereik loopt van +5 °C tot +55 °C. Af fabriek is de
temperatuurbegrenzing op +45 °C ingesteld.
De begrenzingsfunctie heeft geen hysterese, d.w.z. bij het passeren van
I.H*
de grenswaarde wordt direct geschakeld.
IE.C
Temperatuur van de externe sensor (F)
E.C
Wanneer een bedrijfsstand is geselecteerd, waarbij een externe sensor
I.C
wordt gebruikt, wordt onder dit menuonderdeel de huidige temperatuur
IE.H
weergegeven.
E.H
Deze waarde kan niet worden gewijzigd.
Wanneer een bedrijfsstand is geselecteerd, waarbij alleen de interne
sensor wordt gebruikt, wordt op het display "--.--" weergegeven.
7
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
