Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening Verlichting - Gira 5365 Series Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

System 3000
Touchopzetstuk
Blokkeerfunctie activeren / deactiveren
De blokkeerfunctie blokkeert de bediening van de nevenaansluiting in de richting 'AB'. De be-
diening ter plaatse op het element is nog steeds mogelijk.
De bediening van de nevenaansluiting in de richting 'OMHOOG' (windalarm) is nog
steeds mogelijk.
Oppervlak (1) langer dan 4 seconden aanraken.
De statusindicatie (5) knippert en de zonwering gaat naar de bovenste eindstand.
De statusindicatie (5) knippert boven zolang de blokkeerfunctie actief is.
Om de blokkeerfunctie te deactiveren, moet oppervlak (1) opnieuw langer dan
4 seconden worden aangeraakt.
Centrale besturing van zonweringen
Voor een centrale bediening kan het touchelement op de jaloezie-eenheid worden vastgeklikt,
die op de nevenaansluitingsklemmen van een of meerdere jaloezie-eenheden is aangesloten.
Let op de volgende instructies:
De ventilatieposities van de individuele zonweringen wijken van elkaar af, omdat deze
van de looptijden van individuele zonweringen afhankelijk zijn.
De statusindicatie van de centrale besturing kan afwijken van de werkelijke zonweringpo-
sities.
6

Bediening verlichting

De DALI-Power-besturingseenheid inbouweenheid werkt als een dimeenheid. De kleur-
temperatuur kan op een DALI-Power-besturingseenheid met een touchelement niet wor-
den ingesteld.
Licht schakelen
Met de vlakke hand meerdere van de oppervlakken (1) t/m (4) gelijktijdig kort aanraken.
Het licht wordt in- of uitgeschakeld.
Met de dimeenheid wordt het licht met lichtsterktewaarde 1 ingeschakeld.
Lichtsterkte instellen
De lichtsterkte kan op verschillende manieren worden ingesteld.
Oppervlak (1), (2) of (3) kort aanraken.
Het licht schakelt naar de betreffende opgeslagen lichtsterktewaarde.
Langzaam over oppervlak (4) vegen en bij de gewenste lichtsterkte loslaten.
De statusindicatie (5) volgt het aanraken. Het licht is op de gekozen lichtsterkte ingesteld.
Oppervlak (4) bij de gewenste lichtsterkte kort aanraken.
Het licht wordt op de gekozen lichtsterkte ingesteld.
Lichtsterktewaarden opslaan
Voor de oppervlakken (1), (2) en (3) kan telkens een lichtsterktewaarde worden opgeslagen. Bij
aflevering zijn de waarden 25%, 50% en 75% al opgeslagen. Bij elke opslag wordt de telkens
aanwezige waarde overschreven.
Alleen oppervlak (3) kan ook voor het uitschakelen worden gebruikt. Daarvoor moet als
lichtsterktewaarde 'Uit' worden opgeslagen.
Lichtsterkte instellen.
Gewenst oppervlak langer dan 4 seconden aanraken.
De lichtsterktewaarde is opgeslagen. Ter bevestiging worden het licht en de statusindica-
tie (5) kort uit- en weer ingeschakeld.
Bij het opslaan van 'Uit' worden het licht en de statusindicatie (5) kort in- en weer uitge-
schakeld.
32403002
10867543
21.10.2020
4 / 8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave