▪
Klem het werkstuk stevig vast. Elke kanteling, draaiing of verschuiving leidt niet alleen tot
een ruw boorgat, maar vergroot ook het risico dat de boor afbreekt.
▪
Gebruik een stuk afvalhout als ondergrond. Dit verkleint de kans op versplinteren van het
werkstuk en beschermt de punt van de boor.
▪
Leg platte werkstukken op een houten ondergrond en klem ze stevig tegen de tafel aan
zodat ze niet kunnen gaan draaien. Ondersteun werkstukken die onregelmatig van vorm
zijn en niet plat op de tafel neergelegd kunnen worden.
▪
Gebruik de lifthendels om de boorlift naar beneden te brengen. Drijf de boor behoedzaam
het werkstuk in.
▪
Boor langzaam wanneer de boor op het punt staat door het werkstuk heen te gaan. Zo
voorkomt u dat het ondervlak gaat splinteren.
9.1
Een machineklem gebruiken (machineklem niet meegeleverd) (Fig. 11)
▪
Waarschuwing: de boormachine mag nooit gebruikt worden zonder dat het
werkstuk stevig door een machineklem wordt vastgehouden of direct op de
boortafel (8) is vastgeklemd.
▪
De boortafel (8) is ontworpen om verschillende modellen machineklemmen rechtstreeks
op de boortafel (8) te kunnen monteren.
▪
Zet de klem altijd op de tafel (8) vast met bouten, tussenringen en moeren.
▪
Wanneer de boor in een werkstuk vastloopt, kan een niet-vastgezette klem
oncontroleerbaar meedraaien wat ervoor kan zorgen dat de boor breekt en mogelijk de
gebruiker verwondt (Fig. 11).
9.2
De 3-kakenboorkop gebruiken (Fig. 12)
▪
Kies de vereiste boor.
▪
Open de kaken en stop de boorschacht centraal in de boorkop (9).
▪
Draai met de hand aan de boorkop (9) totdat de kaken de boor grijpen.
▪
De boorkop (9) heeft rondom 3 openingen. Ga met de boorkopsleutel van opening naar
opening en gebruik in alle drie de openingen een gelijkmatig aanspanmoment. Ga verder
met een gelijkmatig aanspanmoment tot de boor vastzit.
▪
Zet niet overmatig vast omdat het anders moeilijk zal zijn om de boor te verwijderen (Fig.
12).
▪
NOTA: verwijder de boorkopsleutel vóór het boren.
▪
Op deze machine kunnen verschillende boren gebruikt worden, afhankelijk van het
werkstukmateriaal en vereiste toepassing.
9.3
In- en uitschakelen (Fig. 13)
▪
Deze machine is uitgerust met een schakelaar met spanningsonderbrekingsbeveiliging.
Wanneer het net uitvalt of wanneer de stekker uit het stopcontact wordt gehaald voordat
de machine werd uitgeschakeld, zal de machine niet opnieuw starten zodra de
netspanning opnieuw aanwezig is of wanneer de stekker opnieuw in het stopcontact wordt
gestopt. Ze start pas opnieuw nadat men op de aan/uit-schakelaar (11) opnieuw op ON
drukt.
▪
Om de machine te starten, duwt u op de groene ON-knop.
▪
Om de machine uit te schakelen, duwt u op de rode OFF-knop (Fig. 13)
9.4
De laser gebruiken
De laser wordt gebruikt om de centreerpositie van het boorgat aan te geven in het geval u
verschillende gaten in werkstukken van dezelfde dikte moet boren.
▪
Plaats de tafel (8) in de horizontale stand. Zorg ervoor dat de boor en de opening in de
tafel met elkaar uitgelijnd zijn.
▪
Plaats het werkstuk op de tafel.
▪
Laat de boor neer totdat ze het werkstuk raakt. Zet de laser aan met de aan/uit-
schakelaar.
Copyright © 2021 VARO
POWX155
P a g e
| 10
NL
www.varo.com