GIRA
Automatische schakelaar
Info
Gebruiksaanwijzing
L N
1
L
N
1
L
N
Lx S - +
A
L
+
-
Lx S - +
N
S
Lx
L
+
-
N
S
Lx
Automatische schakelaar
Aansluiting extensie-inbouwdeel
Klem '1' van het extensie-inbouwdeel
inbouwdeel met relaiscontact
Een willekeurig groot aantal extensie-inbouwdelen
worden geschakeld (actieve extensie, afhankelijk van de lichtsterkte).
De evaluatie van de lichtsterkte geschiedt altijd op het inbouwdeel met
relaiscontact
.
Ook een combinatie met een wilekeurig aantal onverlichte
toetsschakelaars
(maakcontacten) is mogelijk. Verlichte
toetschakelaars met N-Klem gebruiken.
Activering van de passieve extensie
omgevingslichtsterkte tot inschakeling van de verlichting.
Aansluiting systeem-inbouwdeel
Voor aansluiting van de systeem-inbouwdelen wordt telefoonkabel
aanbevolen, b.v. JY-ST-Y 2x2x0,8 of YR 4x0,8.
Klemaansluitingen:
+ , -: Voeding van de systeem-inbouwdelen met gelijkspanning.
S:
Schakelsignaal van de systeeminbouwdelen
Lx:
Uitgangssignaal van de lichtsterktesensors in de systeem-
opbouwdelen.
Attentie
Ieder systeem-opbouwdeel heeft een lichtsterkte-sensor, maar per
installatie mag slechts de lichtsterkte-sensor van één systeem-
opbouwdeel worden aangesloten, d.w.z. dat slechts bij één systeem-
inbouwdeel de 'Lx'-klem (A) wordt aangesloten. Alleen dit systeem-
opbouwdeel meet de lichtsterkte en geeft deze waarde ter evaluatie
door aan de schakelversterker van het systeem.
Lx-signaal (lichtsterktesignaal) bij lineaire bedrading op de andere
systeem-inbouwdelen naar schakelversterker doorverbinden.
Aansluiting van meerdere systeem-schakelversterkers op één
systeem-inbouwdeel-leiding is niet toegestaan, er treedt anders
functiestoring op.
41/99
wordt met klem '1' van het
verbonden.
kan parallel
leidt zonder meting van de
Blz: 8 of 12