Hoofdstuk 1
Deze Hydro-Probe/Hydro-Probe XT Installatiehandleiding is alleen geldig vanaf
modelnummer HP04 en vanaf HPXT02. Handleidingen voor eerdere Hydro-Probe-
modelnummers zijn verkrijgbaar via www.hydronix.com.
1 Algemeen voor alle toepassingen
Volg het onderstaande advies voor de juiste plaatsing van een sensor:
Het 'voelgebied' van de sensor (keramische meetplaat) moet altijd in de bewegende,
•
vloeiende materiaalstroom worden geplaatst.
•
De sensor mag de materiaalstroom niet hinderen.
•
Plaats de sensor zo dat deze eenvoudig toegankelijk is voor routineonderhoud.
Om schade door overmatige trilling te voorkomen, moet de sensor zo ver als
•
redelijkerwijs mogelijk is uit de buurt van veroorzakers van trillingen worden geplaatst.
•
Om te voorkomen dat materiaal aan de sensor blijft plakken, moet de keramische
meetplaat in eerste instantie in een hoek van 60° ten opzichte van de stroom worden
geplaatst (zoals hieronder wordt getoond). Dit wordt op het label aangeduid met de lijn A
of B die op één lijn moet liggen met de materiaalstroom.
Aanbevolen wordt om een schakelaar dicht bij het monsterpunt te installeren, zodat voor
•
kalibratiedoeleinden het middelen van de sensor handmatig kan worden gestart
(zie Elektrische Installatiehandleiding HD0678 voor informatie over het aansluiten).
•
Een kalibratiemonsterpunt moet zo dicht mogelijk bij de sensor beschikbaar zijn
(niet verder dan 150 mm stroomafwaarts).
Materiaalstroom in
vergaarbak/silo/hopper
Afbeelding 2: montagehoek voor Hydro-Probe en materiaalstroom
Wanneer een vergaarbak/silo/hopper wordt gevuld met grote toeslagmaterialen (>12 mm),
kan de keramische meetplaat beschadigd raken door directe of indirecte schokken. Om dit te
voorkomen, moet een afbuigplaat boven de sensor worden geplaatst.
Afbeelding 3: een afbuigplaat plaatsen om schade te voorkomen
12 Hydro-Probe Installatiehandleiding HD0675nl Rev 1.5.0
0
60
Lijn A
Materiaalstroom
Afbuig-
plaat
Circa
1 m
Hydro-Probe-installatie
Lijn B