7.5.3
Verlichting controleren
1 Controleer de kabelaansluitingen op het voor-
en achterlicht op beschadigingen en corrosie
en of ze goed vast zitten.
Zijn kabelaansluitingen beschadigd,
gecorrodeerd of zitten ze niet goed vast, neem
dan de pedelec buiten gebruik. Neem contact
op met de dealer.
2 Schakel de verlichting in.
3 Controleer of voor- en achterlicht branden.
I
II
III
Afbeelding 138: Te hoog (1), correct (2) en te laag (3) afgestelde verlichting
6 Controleer de positie van de lichtkegel.
Is de verlichting te hoog of te laag afgesteld,
stel dan de verlichting opnieuw af (zie
paragraaf
6.5.13).
MY22B01 - 46_1.0_30.08.2021
Brandt het voor- of achterlicht niet, neem dan
de pedelec buiten gebruik. Neem contact op
met de dealer.
4 Plaats de pedelec op 5 m van de muur.
5 Zet de pedelec rechtop. Houd het stuur met
beide handen recht. Gebruik niet de
zijstandaard.
Reinigen en onderhouden
1
2
1
2
1
2
144