3.4
Leidingberekening van de cv-leidingen
In afb. 22 en afb. 23 is het verband tussen de cv-zijdige volu-
mestroom en de daarbij behorende resterende opvoerdruk
van het toestel grafisch weergegeven. Deze resterende
opvoerdruk is beschikbaar tussen de aanvoer- en retourleiding
aan de onderzijde van het boilerdeel.
Ga bij het uitlezen van de grafiek als volgt te werk:
Bepaal afhankelijk van het toestel welke grafiek van
toepassing is (afb. 22 en 23).
Kies op de horizontale x-as van de grafiek een
volumestroom [l/h] groter of gelijk aan de volumestroom
behorend bij de aangegeven
Trek vanuit dit punt op de x-as een verticale lijn naar boven,
tot aan de kromme systeemlijn van de pomp.
Ga hierbij uit van de maximale modulatiegraad.
Trek vanuit het snijpunt van de verticale lijn en de kromme
systeemlijn van de pomp een horizontale lijn naar links, tot
aan de verticale y-as.
Lees op de y-as de resterende opvoerdruk [mbar] af.
Maak een leidingberekening van de cv-installatie. Maak
hierbij gebruik van de uit de grafiek afgelezen resterende
opvoerdruk.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie-instructie Nefit EcomLine HR Elite • uitgave 03/2005
∆
T.
EcomLine Elite HRC24 CW4
600
500
400
300
200
100
0
0
200
400
600
200 [mbar]
250 [mbar]
300 [mbar]
350 [mbar]
minimale modulatiegraad
maximale modulatiegraad
Afb. 22
Resterende opvoerdruk EcomLine Elite HRC24 CW4
EcomLine Elite HRC30 CW5
700
600
500
400
300
200
100
0
0
400
800
200 [mbar]
250 [mbar]
300 [mbar]
350 [mbar]
minimale modulatiegraad
maximale modulatiegraad
Afb. 23
Resterende opvoerdruk EcomLine Elite HRC30 CW5
Installatie
∆
T = 20 K
bij 950 l/h
800
1000
1200
1400
1600
Volumestroom [l/h]
∆
T = 20 K
bij 1200 l/h
1200
1600
2000
Volumestroom [l/h]
Nefit B.V. • http://www.nefitdealer.nl
3
1800
2400
17