Tijdens het gebruik moeten de matras en de slangen wekelijks worden gereinigd. Gebruik hiervoor
een vochtige zachte doek en een mild reinigingsmiddel of een fenolvrije kiemdodende oplossing.
Belangrijk: Gebruik nooit reinigingsmiddelen welke aldehyde bevatten!
Indien het matras door een andere patiënt gebruikt gaat worden, moet het door een bedrijf,
Robert-Koch-instituut geaccrediteerd en erkend, worden gedesinfecteerd. Dit verzekert u
ervan dat dit wordt uitgevoerd in overeenstemming met de Europese richtlijn voor medische
hulpmiddelen, aanwijzingen voor voorbereiding van geneeskundeproducten en aanwijzingen
voor ziekenhuishygiëne en preventie van besmettingen van het Robert-Koch-Instituut of
andere gelijkwaardige richtlijnen die hierin zijn overeengekomen
De hoes van PU kan tot aan een maximumtemperatuur van 95 °C worden gewassen en
hierna met een thermisch proces worden behandeld (bijvoorbeeld Ottalin - Peracet - proces).
Wanneer het matras gedesinfecteerd wordt, zou dit moeten plaatsvinden bij een
maximumtemperatuur van 75 °C. De pomp kan met een vochtig doek en een zeephoudend
reinigingsmiddel, of een mild niet-aldehyde reinigingsmiddel worden gereinigd.
Desinfecteren op locatie is ook mogelijk, mits de instructies en procestijden strak worden
gehandhaafd.
ADL® Gmbh schrijft voor dat preventief onderhoud telkens binnen 2 jaar moet worden
uitgevoerd, dit in verband met een veilige werking van de elektrische delen. Het preventief
onderhoud mag slechts worden uitgevoerd door speciaal daartoe opgeleide vakmensen.
Aanbevolen desinfectanten: BACILLOCID RASANT (BODE), BACILLOL AF (BODE),
BACILLOCID SPEZIAL (BODE) , FF KOHRSOLIN (BODE), KOHRSOLIN (BODE),
MICROBAC FORTE (BODE), DISMOZON PUR (BODE), SCHUIM INCIDIN (ECOLAB),
INDUR DES (ECOLAB). Controleer bij uw leverancier of het ontsmettingsmiddel geen plastic
oppervlakten beschadigt (PUR, PA, ABS, pvc). Voorkom vochtcontact met
elektronicacomponenten. De te gebruiken doeken mogen vochtig, maar niet nat zijn.
Controleer zorgvuldig dat er geen vocht in het systeem achterblijft. Voer functiecontrole uit
alvorens het systeem weer in gebruik te nemen. Controleer het reinigingsproces periodiek op
effectiviteit.
8. Reinigings- en service-instructies