Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

geo-FENNEL FFM 100 Gebruikershandleiding pagina 4

Inhoudsopgave

Advertenties

STORINGSINVLOEDEN EN ANDERE AANWIJZIGINGEN, DIE IN ACHT GENOMEN MOETEN
WORDEN..
• De meetresultaten moeten uitsluitend als
een oriënterende vochtmeting worden
gezien.
De weergegeven meetwaarden
zijn zgn. eenheidsloze numerieke
waarden tussen 0-100. Het gaat
niet om vochtindicatie in massa-
of volume %.
• De hoogte van de meetwaarde komt voort
uit de vastgestelde diëlektrische constante
(ε0) 0 van het te meten voorwerp. Droge
lucht ε0 = 1. Water ε0 = 80. Hoe meer
vochtigheid in het materiaal, des te hoger
de weergegeven meetwaarde.
• Een verder belangrijke bron van invloed
op de meetwaarde is de bulkdichtheid
van het te meten voorwerp. Hoe hoger
de bulkdichtheid, des te hoger valt de
meetwaarde uit.
• Als in het te meten voorwerp metaal (bijv.
spijkers, schroeven, leidingen, buizen etc.)
zit en dit bevindt zich in het meetveld van
de sensor, stijgt de meetwaarde plotseling
vanwege sterke reflecties.
• Vóór de meting moeten verontreinigingen
verwijderd worden van het meetpunt.
(bijv. verfresten, stof, etc).
• Als de kogelkop in hoeken wordt
gehouden (bijv. kozijnen), valt de
meetwaarde in principe hoger uit, omdat
zich meer substantie in het strooiveld van
de meetkop bevindt. T.o.v. de hoek van
• De kogelkop tijdens de meting altijd
• Ruwe oppervlakten zullen altijd een te lage
• De inwerkingsdiepte van het instrument
• Bij materiaaldiktes van 20 mm bestaat
• Volgorde van meten: Meet als eerste op
• Als de meetwaarden dan op de volgende
het meetobject
moet een
afstand van
8-10 cm worden
aangehouden.
verticaal/ haaks t.o.v. het te meten
voorwerp houden. Niet kantelen.
meetwaarde laten zien.
ligt afhankelijk van de bulkdichtheid en
vochtgraad van het te meten voorwerp
5 tot 40 mm. Uitkomsten over dieper
gelegen zones zijn niet mogelijk.
het gevaar dat ook vochtwaarden uit
aangrenzende materialen de meetwaarde
beïnvloeden.
een ogenschijnlijk droog punt, om een
droog-referentiewaarde te verkrijgen.
Volgende metingen kunnen met de droog-
referentiewaarde van de eerste meting
vergeleken worden.
meetposities duidelijk hoger uitvallen, kan
er op die posities vanuit worden gegaan,
dat het bereik bij het oppervlak met
vocht doortrokken is. Het hoofdzakelijke
toepassingsbereik van de diëlektrische
meetprocedure ligt in de vergelijkende
meting op het zelfde bouwmateriaal of
identieke componenten.
Daarom is deze procedure uitstekend
geschikt voor de beoordeling van
waterschade, voor de lokalisatie van
lekkages en voor de beperking van
vochtzones voor de meetpuntmarkering
van CM-meting. Om de beste
meetresultaten te krijgen, wordt
aangeraden het meetveld in meerdere
rasters te verdelen en deze ieder
afzonderlijk van elkaar te meten. Op deze
manier kunnen waardes het best met
elkaar vergeleken worden.
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave