Hoofdstuk 3: Bediening van Uw Systeem
In dit hoofdstuk leert u de meeste functies uit te voeren die nodig zijn om uw ORBIT-PRO naar behoren te bedienen en om
uw beveiligingssysteem optimaal te gebruiken.
NOODTOETSEN
Uw klavier heeft drie combinaties van toetsen, die kunnen worden ingedrukt als de hulp van de politie, brandweer of
hulpdienst moet worden ingeroepen.
Politie-alarm
Brandalarm
Hulpdienst-alarm
De alarmmeldingen die tijdens deze alarmsituaties worden geactiveerd, worden samen met de geluiden van het systeem
behandeld in Hoofdstuk 4.
Indien uw systeem daartoe geprogrammeerd is, zal het al deze alarmeringen doorgeven aan de Meldkamer die uw systeem
bewaakt. De programmering van uw systeem bepaalt ook of deze noodalarmmeldingen als geluidsalarm worden gegeven
en/of als stil alarm worden doorgegeven aan de Meldkamer.
Aan/uit-schakelaars
Als uw systeem is voorzien van een speciale aan/uit-schakelaar, kan het, door de schakelaar in de juiste stand te zetten, in
INSCHAKEL- (Afwezig) resp. UITSCHAKEL-modus worden ingesteld.
GEBRUIKERSCODES
AUTORISATIES
Grand Master - Alle handelingen voor alle
partities.
Manager - Als boven, m.u.v. het wijzigen
van de Grand Master-Code.
Master - Als voor Manager, maar beperkt
tot aangewezen partities.
Gebruiker - Alleen
Basishandelingen voor één of meer
partities.
Alleen Inschakelen - Inschakelen van één
of meer partities.
Personeel - Allen voor eenmalig in- of
uitschakelen, waarna de code automatisch
wordt gewist en opnieuw moet worden
gedefinieerd.
Gebruikers Handleiding
Het gelijktijdig en gedurende tenminste 2 seconden ingedrukt houden van de toetsen
en
activeert een Politie-alarm (Paniekalarm).
Het gelijktijdig en gedurende tenminste 2 seconden ingedrukt houden van de toetsen
en
activeert een brandalarm.
Het gelijktijdig en gedurende tenminste 2 seconden ingedrukt houden van de toetsen
en
activeert een Hulpdienst-alarm.
Veel van de functies van de ORBIT-PRO vereisen dat eerst een
veiligheidscode (vaak Gebruikerscode genoemd) op het klavier wordt
ingetoetst.
Iedere gebruiker van het systeem krijgt een Gebruikerscode toegewezen,
die aan een bepaald autoriseringsniveau is gekoppeld. Degenen met
"hogere autorisering" hebben toegang tot een groter aantal functies dan
degenen met "lagere autorisering". Er zijn zes verschillende
autoriseringsniveaus beschikbaar voor de gebruikers van de ORBIT Pro.
Opgemerkt wordt, dat de lengte van de Gebruikerscodes met lagere
autoriseringsniveaus (bijv. Gebruiker, Alleen Inschakelen en Personeel)
kan variëren. Een gebruikerscode kan uit maximaal 6 cijfers bestaan.
Uw ORBIT-PRO kan tot 99 verschillende Gebruikerscodes ondersteunen,
die worden geïdentificeerd met indexnummers van "00" t/m "98".
Tijdens de fabricage is aan uw ORBIT-PRO de Grand Master-code 1–2–3–
4 toegekend. Indien uw beveiligingsbedrijf deze code nog niet aan uw
voorkeur heeft aangepast, doet u er goed aan hem te vervangen door een
unieke en persoonlijke code. Om de Master-code te wijzigen en/of
Gebruikerscodes in te stellen volgt u de stappen zoals op de volgende
pagina beschreven.
GHNRORBITPRORA
P. 8