wisselstroom (AC INPUT) aan en schakel de AC POWER toets uit.
6. Externe voeding (12 V/50 W):
Pluspool: Rode aansluiting op pluspool.
7. Minuspool: Zwarte aansluiting op minuspool.
8. AC-voeding (wisselstroom) (AC POWER): ~220 V / 50 – 60 Hz, 50 W
DRAADLOZE MICROFOON
1. Plaats de batterij en zorg ervoor dat de polen de goede richting op wijzen.
2. Schakel het apparaat aan. Het ledlampje brandt.
3. Voor een goede ontvangst mag de afstand bij de draadloze overdracht niet meer
dan 15 meter zijn.
4. Als de microfoon tijdelijk niet in gebruik is, zet het uit of stil.
5. Blijf bij gebruik van de microfoon uit de buurt van metalen oppervlakken en –
wanden. Het metaal kan van invloed zijn op de overdracht van het signaal.
6. Het maximale bereik van de draadloze microfoon is 30 meter. Als de batterij bijna
leeg is, wordt het bereik kleiner. Het bereik kan ook door de gebruiksomgeving
worden beïnvloed.
7. Voor de beste klankkwaliteit tijdens het zingen houdt u de microfoon 5 tot 15 cm
in een hoek van 45 graden voor uw mond.
8. Indien twee microfoons van de zelfde frequentie gebruikt worden, houdt deze
dan ter vermijding van storingen minstens 100 meter van elkaar verwijderd.
9. Let op het batterijvermogen. Bij geringe batterijlading neemt de prestatie
geleidelijk af. Indien u deze langer niet gebruiken, vergeet dan de batterijen niet
te verwijderen. De batterijen kunnen gaan lekken en dit beschadigt de
microfoons.
De Bluetooth-verbinding komt tot stand via een radiosignaal in een specifiek
frequentiebereik.
Deze frequentieband is wereldwijd beschikbaar.
Hierdoor kunt u het apparaat overal ter wereld gebruiken.
Het radiografische contact is binnen een bereik van 10 m mogelijk.