OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Zie de uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer
informatie.
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
inbedrijfstelling" [ 4 28].
tijdens
5.3
De waterleidingen aansluiten
5.3.1
De waterleidingen aansluiten
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken.
1 Sluit de waterin- en uitlaatleidingen van de ruimteverwarming
aan op de binnenunit.
2 Sluit de in- en uitlaatleidingen van het warm tapwater aan op de
binnenunit.
a2
a1
b2
b1
a1
Ruimteverwarming/-koeling – Water IN
(schroefaansluiting, 1")
a2
Ruimteverwarming/-koeling – Water UIT
(schroefaansluiting, 1")
b1
WTW – Koud water IN (schroefaansluiting, 3/4")
b2
WTW – Warm water UIT (schroefaansluiting, 3/4")
3 Installeer de volgende onderdelen (ter plaatse te voorzien) op
de koudwaterinlaat van de WTW-tank:
a
b2
a
Afsluiter (aanbevolen)
b1
WTW – Koud water IN (schroefaansluiting, 3/4")
b2
WTW – Warm water UIT (schroefaansluiting, 3/4")
EHFH03S18D
Daikin Altherma 3 R F
4P596803-1D – 2022.08
in
alle
of
bepaalde
"8.2 Checklist
*e
*f
d
c
a
g
b1
5 Installatie van de leidingen
c
Terugslagklep (aanbevolen)
d
Drukregelaar (aanbevolen)
*e
Drukveiligheidsklep (max. 10 bar (=1,0 MPa)) (verplicht)
*f
Vergaarbak (verplicht)
g
Expansievat (aanbevolen)
OPMERKING
▪ Het is raadzaam afsluiters te plaatsen op de waterin-
en uitlaataansluitingen van de ruimteverwarming/-
koeling,
alsook
waterinlaatleidingen van het koud tapwater en de
uitlaatleidingen van het warm tapwater. Deze afsluiters
moeten ter plaatse voorzien worden.
▪ Zorg er evenwel voor dat er geen klep zit tussen de
drukveiligheidsklep (ter plaatse te voorzien) en de
WTW-tank.
OPMERKING
Een drukveiligheidsklep (ter plaatse te voorzien) met een
openingsdruk van maximum 10 bar (=1 MPa) moet worden
geïnstalleerd op de aansluiting van de koudtapwaterinlaat
conform de geldende wetgeving.
OPMERKING
▪ Monteer
een
drukafvoerapparaat op de aansluiting van de inlaat van
koud water van de warm tapwatertank.
▪ Om te voorkomen dat er water zou terugstromen, is het
raadzaam om conform de geldende wetgeving een
terugslagklep te monteren op de waterinlaat van de
warm tapwatertank. Zorg dat de klep NIET tussen de
drukveiligheidsklep en de WTW-tank zit.
▪ Er wordt best een drukregelaar geïnstalleerd op de
koud-waterinlaat, conform de geldende wetgeving.
▪ Er wordt best een expansievat geïnstalleerd op de
koudwaterinlaat, conform de geldende wetgeving.
▪ Er wordt geadviseerd een overdrukveiligheidsklep te
monteren op een plaats hoger dan de bovenkant van
de tank voor warm tapwater. Door de tank voor warm
tapwater te verwarmen, zet het water uit, waardoor de
waterdruk in de tank tot boven de maximumdruk van de
tank kan stijgen indien geen drukveiligheidsklep werd
gemonteerd. De installatie ter plaatse (leidingen,
aftappunten, enz.) aangesloten op de tank zal deze
hoge druk ook ondervinden. Om dit te voorkomen moet
een
drukveiligheidsklep
beveiliging tegen overdrukken hangt af van de juiste
werking
van
de
drukveiligheidsklep. Indien deze NIET correct werkt, zal
overdruk
de
tank
veroorzaken.
Om
controleren is regelmatig onderhoud vereist.
OPMERKING
Drukverschil-omloopklep (ter plaatse te voorzien). Wij
adviseren een drukverschil-omloopklep in het watercircuit
van de ruimteverwarming te plaatsen. Houd rekening met
het minimum debiet wanneer u de drukverschil-omloopklep
instelt.
OPMERKING
Monteer de ontluchtingsventielen op alle hoge punten.
5.3.2
De hercirculatieleiding aansluiten
Vereiste: Alleen nodig als u hercirculatie in uw systeem moet
hebben.
1 Verwijder het bovenpaneel van de unit, zie
openen" [ 4 6].
op
de
aansluitingen
van
aftapgereedschap
en
geplaatst
worden.
ter
plaatse
gemonteerde
vervormen
en
waterlekkages
de
goede
werking
ervan
"4.2.1 De binnenunit
Installatiehandleiding
de
een
De
te
9