Inhoudsopgave
Advertenties
1
Sluit het elektrisch
voertuig aan.
2
Het laadpunt
probeert het
elektrisch voertuig te
identificeren.
3
Autoriseer indien
nodig uzelf alvorens
op te laden.
4
De laadsessie begint.
Opladen in mode 1 en mode 2
Versie T2SE van het laadpunt is geschikt voor opladen in mode
1 en mode 2. Opladen in mode 1 en mode 2 werkt hetzelfde als
opladen in mode 3, maar in plaats van de contactdoos wordt nu het
Schuko-aansluitpunt gebruikt om het voertuig op het laadpunt aan te
sluiten. De configuratie van het laadpunt voor autorisatie of 'plug &
charge' is ook van toepassing op opladen in mode 1 en mode 2. Houd
in gedachten dat de socket (opladen in mode 3) niet tezelfdertijd
gebruikt kan worden als het Schuko-aansluitpunt (opladen in mode 1
en mode 2).
Het laadpunt kan zelf een kabel hebben, of
alleen een socket.
• Als het laadpunt is uitgerust met een vaste
kabel, steek de stekker daarvan dan in het
elektrisch voertuig.
• Sluit anders de kabel van het voertuig
aan tussen de oplaadaansluiting van het
voertuig en de socket van het laadpunt.
Zodra het elektrisch voertuig is aangesloten,
probeert het laadpunt automatisch
het voertuig te identificeren en de
oplaadspecificaties uit te lezen.
Als het laadpunt zo geconfigureerd is dat
autorisatie nodig is voorafgaand aan het
opladen, moet de gebruiker van het voertuig
worden geïdentificeerd alvorens er wordt
opgeladen. Autoriseer u in dat geval door
uw RFID-laadpas voor de RFID-lezer op het
laadpunt te houden.
Zodra het voertuig geïdentificeerd is en de
gebruiker autorisatie heeft gekregen om te
laden, automatisch of door het aanbieden van
een RFID-laadpas, begint het laadpunt de auto
op te laden.
11
Advertenties
Inhoudsopgave
