Storing
Er stroom geen water
in het apparaat. Het
wasmiddel werd niet
ingespoeld.
Meermaals beginnen
met centrifugeren.
De programmaduur
wijzigt tijdens de was-
cyclus.
Het water is in de
trommel niet zicht-
baar.
Trommel schokt na
programmastart.
Trillingen en beweging
van het apparaat tij-
dens het centrifuge-
ren.
Oorzaak en probleemoplossing
werd niet ingedrukt.
Druk op
.
▶
Zeef in de watertoevoer is verstopt.
Reinig de zeef in de watertoevoer.
▶
Waterkraan is gesloten.
Open de waterkraan.
▶
Watertoevoerslang is geknikt of ingeklemd.
Zorg ervoor dat de watertoevoerslang niet is ge-
▶
knikt of ingeklemd.
Het onbalanscontrolesysteem heft de onbalans op
door het wasgoed meermaals te verdelen.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Opmerking: Leg bij het beladen zo mogelijk grote en
kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Was-
goed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij
het centrifugeren.
Het programmaverloop wordt elektronisch geoptimali-
seerd. Dat kan leiden tot wijzigingen in de program-
maduur.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Het onbalanscontrolesysteem heft de onbalans op
door het wasgoed meermaals te verdelen.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Opmerking: Leg bij het beladen zo mogelijk grote en
kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Was-
goed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij
het centrifugeren.
Schuimcontrolesysteem voert bij te hoge schuimvor-
ming een extra spoelbeurt toe.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Het water is onder het zichtbare bereik.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Vul tijdens het bedrijf geen extra water in het appa-
▶
raat.
Oorzaak is een interne motortest.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
▶
Het apparaat is niet goed horizontaal gesteld.
→ "Stellen van het apparaat", Pagina 17
▶
Apparaatvoeten zijn niet gefixeerd.
Storingen verhelpen nl
55