BT521
Gebruiksaanwijzing
Hoe de drempelwaarden werken
Als er een set drempelwaarden wordt toegepast, vergelijkt het product elke
weerstandsuitlezing met de weerstandsreferentie in de huidige drempelwaardeset.
•
Als de uitlezing hoger is dan de referentie x (1 + drempelwaarde Fail) of lager dan de
onderste weerstandslimiet, resulteert de vergelijking in FAIL (FOUT), wat aangeeft
dat de geteste batterij waarschijnlijk niet in orde is en nader dient te worden
onderzocht.
•
Als de uitlezing hoger is dan de referentie x (1 + drempelwaarde Warning
(Waarschuwing)) maar lager dan de referentie x (1 + drempelwaarde Fail), resulteert
de vergelijking in WARN (WAARSCH.), wat aangeeft dat de geteste batterij moet
worden onderzocht en vaker moet worden getest.
•
Als de uitlezing lager is dan de referentie (1+ drempelwaarde Warning
(Waarschuwing), resulteert de vergelijking in PASS (GOED), wat aangeeft dat de
geteste batterij binnen de vastgelegde tolerantielimieten ligt.
U heeft bijvoorbeeld een set drempelwaarden toegepast waarin Resistance Reference
(Weerstandsreferentie) is ingesteld op 3,00 mΩ, Warning (Waarschuwing) is ingesteld
op 20%, Fail (Fail) op 50% en Low limit (Lage limiet) op 2,00 mΩ. Het resultaat van de
vergelijking is FAIL (FOUT) voor weerstandsuitlezingen van meer dan 3,00 x (1 + 50%)
= 4,50 mΩ. Het is PASS (GOED) voor weerstandsuitlezingen van minder dan 3,00 x (1
+ 20%) = 3,60 mΩ. Het is WARN (WAARSCH.) voor weerstandsuitlezingen van minder
dan 4,50 mΩ maar hoger dan 3,60 mΩ.
Tegelijkertijd vergelijkt het product elke stabiele spanningswaarde met de onderste
spanningswaarde van de toegepaste set drempelwaarden. Als de uitlezing lager is dan
de onderste drempelwaarde voor de spanning, is het resultaat van de vergelijking FAIL
(FOUT). Als de uitlezing hoger is dan de drempelwaarde, is het resultaat van de
vergelijking PASS (GOED).
Als de weerstandsmeting en de spanningsmeting verschillende
resultaten opleveren, toont het product het slechtste resultaat op het
display. Als bijvoorbeeld de weerstand PASS (GOED) aangeeft
maar de spanning FAIL (FOUT), toont het product toch FAIL op het
display.
Ontlaadspanning meten
Bij een typische batterijontladingstest moet u de spanning van elke batterij in een
batterijserie meerdere malen meten. Bij een typische ontladingstest wordt de spanning
van elke batterij bewaakt vanaf het begin van de test wanneer de batterijen hun
volledige capaciteit hebben, totdat de spanning van een batterij bij constante belasting
een vooraf vastgelegd minimaal spanningsniveau bereikt.
Metingen uitvoeren
De ontlaadspanning wordt als volgt gemeten:
1. Druk indien nodig op M om de sequentiemodus te activeren.
2. Zet de draaischakelaar in de stand Discharge VOLTS (ontlaadspanning).
De ontlaadspanning kan alleen worden gemeten in de
sequentiemodus.
3-12
Opmerking
Opmerking