Inhoudsopgave
Advertenties
• Bij het bewerken van lichte bouwmaterialen de wettelijke
bepalingen en aanbevelingen van de materiaalfabrikant
opvolgen.
Zagen van hout:
• Controleer voor het zagen in hout, spaanplaat,
bouwmaterialen, etc. het materiaal op vreemde objecten
zoals spijkers, schroeven, etc. Verwijder de vreemde
objecten eventueel of gebruik een geschikt, scherp
zaagblad.
• De keuze van het zaagblad is afhankelijk van het type
gebruik (langs- of dwarszaagsnede), evenals het houttype
en -kwaliteit.
• Raakt het zaagblad klem in het werkstuk, schakel het
elektrisch gereedschap dan onmiddellijk uit. De zaagspleet
moet dan met een geschikt gereedschap iets worden open
gespreid, zodat u het elektrisch gereedschap eruit kunt
trekken.
• Het elektrisch gereedschap inschakelen en het in de
richting van het te bewerken werkstuk bewegen. Plaats de
geleideschoen op het oppervlak van het werkstuk. Het
werkstuk bewerken met een gelijkmatige
voedingssnelheid en aandrukkracht. Na het beëindigen van
de zaagwerkzaamheden het elektrisch gereedschap
uitschakelen.
Zagen van non-ferrometalen:
• Metaalstof kan schadelijk voor de gezondheid zijn. Draag
een gezichtsmasker.
• Gebruik alleen een voor non-ferrometalen geschikt, scherp
zaagblad. Hierdoor wordt een zuivere zaagsnede
gewaarborgd en wordt het klemraken van het zaagblad
verhindert.
• Geleid het elektrisch gereedschap alleen ingeschakeld
tegen het werkstuk. Het voorzichtig en met een geringe
voedingssnelheid aanzagen. Daarna ook met een geringe
voedingssnelheid en zonder onderbreking verder werken.
• Bij smalle profielen de zaagsnede aan de smalle zijde
beginnen en bij U-profielen aan de open zijde. Lange
profielen moeten worden ondersteund, om het klemraken
van het zaagblad en terugslag te voorkomen.
18
Laser in- en uitschakelen
U kunt indien nodig de laser inschakelen, om de zaaglijn te
markeren.
Waarschuwing voor laserstralen
Laserklasse 2, P max.: < 1 mW, λ: 400-700 nm,
EN 60825-1:2014
Kijk nooit direct in de laserstraal, resp. in de opening
waar de laserstraal uitkomt.
Richt de laserstraal nooit op personen, dieren of
reflecterende oppervlakken. Al een kort zichtcontact
met de laserstraal kan tot oogschade leiden.
Het bekijken van de laseruitgang met optische
instrumenten (bijv. loep, vergrootglazen, etc.), vormt
een gevaar voor uw ogen.
Bij het werken met een laser uit de klasse 2 de
nationale wetgeving voor het dragen van
oogbescherming opvolgen.
1. Druk op de toets laser (2) voor het in-, resp. uitschakelen
van de laser.
handcirkelzaag PCSS 10-1400
2
4
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
