LUXOMAT
Montage- en bedieningshandleiding voor B.E.G.
1. Product eigenschappen
•
Wand-Aanwezigheidsmelder
•
2 schakelkanalen (kanaal 1 voor de verlichting, kanaal 2
potentiaal vrij met 3A voor toestelsturing)
•
Detector met masterfunctie
•
Uitbreiding van het detectiegebied via
slave detectoren mogelijk
•
Manueel schakelen via een externe drukknop
•
Geïntegreerde akoestische sensor
•
Andere functies instelbaar via de afstandsbediening
2. Werking
De aanwezigheidsdetector stuurt de verlichting automatisch door
middel van aanwezige personen (beweging) en de aanwezige
helderheidswaarde.
De geïntegreerde lichtsensor meet constant de aanwezige
helderheidswaarde en vergelijkt deze met de ingestelde
waarde van de detector. Als het aanwezige licht voldoende
is, zal de verlichting niet aanspringen als er beweging wordt
gedetecteerd.
Als het aanwezige licht minder is dan de ingestelde waarde op
de detector, zal de verlichting aanspringen bij beweging.
De detector schakelt het licht uit als er voldoende licht is
gedurende 5 minuten, ondanks dat de melder beweging ziet.
Wanneer de nalooptijd verstreken is zal de verlichting ook
uitgaan.
Naast een aanwezigheidsdetectie, heeft deze melder ook een
aanpasbare akoestische sensor. De nalooptijd wordt automatisch
verlengd wanneer de sensor geluid registreerd. De akoestische
sensor wordt wel pas geactiveerd nadat de bewegingssensor
beweging detecteert. De geluidssensor blijft actief gedurende de
nalooptijd en tot 9 seconden nadat de verlichting is uitgescha-
keld.
3. Veiligheidsinstructies
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen
!
enkel door gekwalificeerde elektroinstallateurs of
geschoold personeel uitgevoerd worden en dit in
overeenstemming met de elektrotechnische regels.
Netspanning uitschakelen alvorens te beginnen
met de montage!
Niet geschikt om de installatie spanningsvrij
te schakelen
4. Montage
Elektrische voeding uitschakelen.
Sensor gedeelte
(A)
(B)
Montageschroeven
Afdeklamel voor de uitsluiting van stoorbronnen (dieren,
(C)
kinderen, ...)
Afdekkader
(D)
Afdektussenstuk
(E)
Afdekkap
(F)
In de Master/Slave bedrijfsmodus, dient het Master toestel
steeds gemonteerd te worden op die plaats waar het
!
minst daglicht aanwezig is.
®
Indoor 180-M-2C
Aanwezigheidsmelder
- Wand-
Monteer het apparaat op een geschikte
plaats; bij wandmontage op een hoogte
C
van 1,10 á 2,40 m.
M
Y
CM
MY
1m
CY
Minimale afstand tot de geschakelde
CMY
verlichting aan voorzijde of zijdelings
van het apparaat: 1 m
K
Door ondeskundige montage of ondo-
elmatig gebruik komt een probleemvrij
gebruik in gevaar en kan het apparaat
onherstelbare schade oplopen.
Geschikt voor montage in een inbou-
wdoos van 60 mm. De kabel dient
loodrecht te worden ingevoerd.
5. Hardwareconfiguratie
Positie potentiometers en LED's
(B)
(C)
(A)
Potentiometer (A): Potentiometer Luxwaarde
Potentiometer (B): Potentiometer Akoestische sensor
Potentiometer (C): Potentiometer Nalooptijd kanaal II
Potentiometer (D): Potentiometer Nalooptijd kanaal I
LED I:
groen
LED II: rood
LED III: wit
LED IV: rood (Akoestische sensor)
Indoor 180-M-2C
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
DIP-
Schakelaar
DIP 1
Standaardmodus
DIP 2
LED ON
DIP 3
Automatische
bedrijfsmodus (VA)
6. Zelftestcyclus / inwerkingstelling
Wanneer de spanning op de melder wordt aangesloten, onder-
gaat het toestel een zelftestcyclus van 60 seconden. Tijdens deze
cyclus reageert de detector niet op beweging. De aangesloten
verlichting blijft constant aan of uit gedurende de initialisatieperi-
120 60 50
ode. (INI-ON of INI-OFF)
A
40
30
15
120 60 50
5
10
A
7. Werking en inwerkingstelling
40
30
15
5
10
16 10
Nalooptijd „Licht"
5
2
De nalooptijd kan continu ingesteld worden van 15 sec.
1
TEST
30
16 10
15
tot 30 min
5
Symbool TEST:
2
1
(Iedere beweging schakelt het licht 2 sec. aan, daarna
(D)
TEST
30
15
2000
gedurende 2 sec. uit.)
1200
600
200
2000
40
1200
600
200
40
III IV
II
Huidige helderheidswaarde berekenen
I
Potentiometer 2 in de Test-stand zetten. De groene
LED brandt continu zodra de met de potentiometer
ingestelde waarde de gemeten huidige helderheids-
waarde overschrijdt.
Nalooptijd voor toestelsturing
120 60 50
A
40
De tijd kan continu ingesteld worden tussen 5 en
30
120 min. Voor nalooptijden groter dan 15 min. is
15
5
10
een inschakelvertraging actief.
Inschakelvertraging is ca. 5 min. Indien er in één
tijd geen beweging wordt gedetecteerd, dan zal de
16 10
5
inschakelvertraging terug starten.
2
1
TEST
30
15
2000
Alarmimpuls
1200
Om een alarm impuls te veroorzaken, moet er in
600
9 sec. minstens 3 bewegingen gedetecteerd zijn.
200
40
III
II
I
Gangfunctie
LED OFF
Halfautomatische
bedrijfsmodus (HA)
.
testmodus
Helderheid
De gewenste helderheidswaarde kan tussen ca.
10 en 2000 Lux ingesteld worden. De gewenste
helderheidswaarde kan over de potentiometer
ingesteld worden.
Symbool : Nacht modus
Symbool
: Dag /nacht modus
Symbool
: Impuls = 2,5 sec.
Symbool A:
Alarm impuls = 2 sec.
Akoestische sensor
De gevoeligheid van de sensor kan aangepast
worden met de potentiometer (linkse positie =
max., rechtse positie = geluidssensor uit). LED IV
geeft weer wanneer de akoestische sensor geluid
detecteerd.
Dip switch
NORM/CORR: gangfuntie geactiveerd of
gedeactiveerd
LED ON/OFF: weergave aan/uit
VA/HA: Automatische of semi-automatische
werking
NL