•
Houd u aan de volgende
richtlijnen bij het gebruik van uw
hoofdtelefoon.
•
Luister op een redelijk volume en
gedurende een redelijke tijdsduur.
•
Pas op dat u het volume niet steeds
hoger zet omdat uw gehoor zich
aanpast.
•
Zet het volume niet zo hoog dat u
niet meer kunt horen wat er om u
heen gebeurt.
•
In potentieel gevaarlijke situaties
moet u voorzichtig zijn of het
gebruik tijdelijk staken.
Ingebouwd
batterijonderhoud
•
De batterij kan honderden keren
worden opgeladen en ontladen,
maar zal uiteindelijk toch slijten.
•
Als een volledig opgeladen batterij
niet wordt gebruikt, zal deze na
verloop van tijd zijn lading verliezen.
•
Als u het product op warme of
koude plaatsen achterlaat, zoals in
een gesloten auto in de zomer en in
de winter, dan zal de capaciteit en de
levensduur van de batterij afnemen.
•
Probeer uw apparaat altijd in een
koele, vochtvrije omgeving met
een temperatuur lager dan 32°C
te bewaren. Een product met een
warme of koude batterij werkt
mogelijk tijdelijk niet, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. De
prestaties van de batterij zijn vooral
beperkt bij temperaturen ver onder
het vriespunt.
6
NL
Handelsmerken
Het Bluetooth®-woordmerk en de
Bluetooth®-logo's zijn gedeponeerde
handelsmerken en bezit van Bluetooth
SIG, Inc. en elk gebruik van deze
merken door MMD Hong Kong Holding
Limited gebeurt onder licentie. Andere
handelsmerken en handelsnamen zijn
eigendom van hun respectievelijke
eigenaars.
FCC-gegevens
OPMERKING: Deze apparatuur is getest
en in overeenstemming bevonden met
de grenswaarden voor een digitaal
apparaat van Klasse B, conform
Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
grenswaarden zijn bedoeld om een
redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke storingen in een huiselijke
omgeving. Deze apparatuur genereert,
gebruikt en kan radiofrequente-
energie uitstralen en kan, indien niet
volgens de instructies geïnstalleerd en
gebruikt, schadelijke interferentie aan
radiocommunicatie veroorzaken.
Er is echter geen garantie dat er bij een
bepaalde installatie geen interferentie
zal optreden. Als dit apparaat schadelijke
storing veroorzaakt aan radio- of
televisieontvangst, wat kan worden
vastgesteld door het apparaat uit en
weer in te schakelen, wordt de gebruiker
aanbevolen om de storing te verhelpen
door een of meer van de volgende
maatregelen:
•
Kies een andere antenne-richting of
verplaats de ontvangstantenne.
•
Vergroot de afstand tussen de
apparatuur en de ontvanger.