5 BEDIENING
5.2
Symbolen
Voeding AAN (4)
Veiligheidsaarde
5.3
Aansluiting van las- en aardkabel
De stroombron heeft twee uitgangen, een positieve (+) en een negatieve (-) aansluiting, voor het
aansluiten van las- en aardkabels.
Sluit de aardkabel aan op de negatieve (-) aansluiting van de stroombron. Bevestig de contactklem
van de aardkabel aan het werkstuk en zorg voor een goed contact tussen het werkstuk en de uitgang
voor de aardkabel op de stroombron.
Aanbevolen maximale stroomwaarden voor de kabels uit de aansluitset
Bij een omgevingstemperatuur van +25 °C en een normale cyclus van 10 minuten:
Kabeldiameter
50 mm
2
70 mm
2
95 mm
2
Bij een omgevingstemperatuur van +40 °C en een normale cyclus van 10 minuten:
Kabeldiameter
50 mm
2
70 mm
2
95 mm
2
Inschakelduur
De inschakelduur is de tijd uitgedrukt in een percentage van een periode van tien minuten, gedurende
welke u bij een bepaalde belasting kunt lassen of snijden zonder gevaar van overbelasting. De
inschakelduur geldt voor 40 °C (104 °F).
5.4
Stroombron in-/uitschakelen
Schakel de stroombron in door de schakelaar (1) in de stand "I" te zetten. Schakel de stroombron uit
door de schakelaar (1) in de stand "O" te zetten. Ongeacht of de netvoeding op een abnormale manier
wordt onderbroken of dat de stroombron op de normale wijze is uitgeschakeld, zullen de lasgegevens
worden opgeslagen, zodat deze de eerstvolgende keer dat het apparaat wordt ingeschakeld,
beschikbaar zijn.
0463 696 201
Inschakelduur
100%
290
360
430
Inschakelduur
100%
250
310
370
- 18 -
Oververhitting (3)
Positie van hijsoog
Spanningsverlies per
60%
320
0,35 V/100 A
400
0,25 V/100 A
500
0,19 V/100 A
Spanningsverlies per
60%
280
0,37 V/100 A
350
0,27 V/100 A
430
0,20 V/100 A
10 m
10 m
© ESAB AB 2022