2. Basisfuncties
2.1 Beveiligingsuitschakeling tijdens de programmering: door het overgaan op de programmeermodus
worden ter beveiliging alle insteekcontacten uitgeschakeld
2.2 Functiecontrole van externe apparaten: het stekkerpaneel is uitgerust met groene LED's waarvan de
lampjes de actieve regeling van externe apparaten weergeeft De drie insteekschakelingen voor de tijdschake-
ling kunnen binnen 24 uur elk negen keer in- en uitgeschakeld worden
2.3 Herkenning van breuk en kortsluiting van de temperatuursensor: Herkenning van breuk en korts-
luiting van de temperatuursensor: de temperatuursensor (11) toont een sensorbreuk- en herkenning van een
sensorkortsluiting die op het display met E01 resp E02 wordt aangegeven Als beveiliging wordt de verwar-
ming in dit geval uitgeschakeld, zodat het aquarium niet oververhit raakt Toch wordt in principe aangeraden
alleen staafverwarmers met een geïntegreerde thermostaat en veiligheidsuitschakeling te gebruiken
2.4 Zelfkalibrering temperatuursensor: de temperatuursensor is een precisie-meetinstrument met een
tolerantie van max 1% en kan indien nodig zonder kalibrering makkelijk worden vervangen
2.5 Intervalreset: geprogrammeerde intervallen starten onafhankelijk van de tijd elke keer opnieuw wanneer
het apparaat ingeschakeld of het menu verlaten wordt
3. Programmeerbare functies
3 1 Regeling watertemperatuur: de water-temperatuur wordt met een nauwkeurigheid van +/- 0,1º C ge-
regeld De schakeling van het insteekcontact watertemperatuur geschiedt contactloos door een elektronische
triac-schakelaar De temperatuur kan binnen een schaal van 15º tot 35º C worden ingesteld Het insteek-
contact bodemtemperatuur wordt automatisch vooraf 0,1º C hoger ingesteld
Voorbeeld: u heeft de watertemperatuur op 25,0º C ingesteld. Wanneer 25,0º C wordt gemeten, wordt het
insteekcontact watertemperatuur uitgeschakeld. De bodemverwarming gaat door. Wanneer die zo krachtig is
dat 25,1º C wordt gemeten, wordt ook het insteekcontact bodemverwarming uitgeschakeld.
Door een verwarmde bodem ontstaan sterke plantenwortels, wordt de biologische bodemactiviteit vergroot
en zorgt circulatie in de bodemgrond voor een beter transport van zuurstof en voedingsstoffen Zo worden
optimale voorwaarden voor een gezonde plantengroei gecreëerd
Tip: Staafverwarmers met thermostaat moeten 3-4º C boven de gewenste temperatuur worden ingesteld,
zodat de elektronische regeling correct via de MultiControl kan werken.
3 2 Gebruik koeling: door een praktische inverteer/omkeerfunctie kan van HEAT op COOL worden
omgeschakeld In plaats van bodemverwarming kan zo een extern koel-aggregaat worden aangesloten om
temperatuurstijging in de zomer te voorkomen
3 3 Regeling koelapparaten: via het insteek-contact watertemperatuur warmt de verwarmingscombi het
water op tot de ingestelde temperatuur Wanneer deze boven een ingesteld verschil komt, wordt via het
insteekcontact bodemtemperatuur een koelaggregaat aangestuurd Het verschil tussen verwarmen en koelen
kan naar believen worden ingesteld De instelnauwkeurigheid is 0,1º C
Voorbeeld: wanneer bij het gebruik COOL de watertemperatuur op 25,0º C is ingesteld en het verschil met de
bodemverwarming op 3,0º C, wordt de verwarmingscombi bij 25,0º C uitgeschakeld. Wanneer het aquarium
door de zomerse temperatuur verder oploopt naar 28,0º C wordt de koeling geactiveerd.
6
Geba_Multicontrol_V1.2_NL.indd 6
16.12.2008 8:04:17 Uhr