Warm water
Kies de warmwatertemperatuur altijd zo laag mogelijk. Een lage instelling
op de temperatuurregelaar betekent grote energiebesparing.
Bovendien veroorzaken hoge tapwatertemperaturen extra verkalking en
beïnvloeden zo de werking van de ketel (bijvoorbeeld langere opwarmtij-
den of minder opbrengst).
Sanitaire circulatiepomp
Stel een eventueel aanwezige circulatiepomp voor warm water via een
tijdprogramma in op de individuele behoeften (bijvoorbeeld ochtend,
middag, avond).
6
Storingen
6.1
Gaskraan openen/sluiten
▶ Greep naar links verdraaien tot de aanslag
(greep in doorstroomrichting = open).
▶ Greep naar rechts tot aan de aanslag draaien
(greep dwars op doorstroomrichting = gesloten).
Afb. 2
Open de gaskraan
6.2
Verhelpen storingen
Het symbool H geeft aan, dat er een storing is opgetreden. De oorzaak
van de storing wordt in de vorm van een code weergegeven (bijvoorbeeld
storingscode EA 227).
Afb. 3
Voorbeeld van een storingscode
▶ Uit- en weer inschakelen ketel.
-of-
▶ Druk op de reset-toets, tot Reset wordt getoond.
De ketel gaat weer in bedrijf en de aanvoertemperatuur wordt ge-
toond.
Wanneer een storing niet kan worden opgelost:
▶ Schakel een installateur of de servicedienst in.
▶ Geef de getoonde storingscode en de ketelgegevens door.
Condens 7000iW – 6720882571 (2017/10)
Ketelgegevens
Ketelidentificatie
Serienummer
Datum van de inbedrijfstelling
Fabrikant installatie
1) De specificaties vindt u op de typeplaat in de afdekplaat van het
bedieningspaneel.
Tabel 3 Ketelgegevens om door te geven in geval van storing
7
Inspectie en onderhoud
De eigenaar is verantwoordelijk voor de veiligheid en milieuvriendelijk-
heid van de cv-installatie.
Regelmatige inspectie en onderhoud zijn voorwaarden voor het veilig en
milieuvriendelijk bedrijf van de cv-installatie.
Wij adviseren, een contract voor jaarlijkse inspectie en onderhoud af te
sluiten met een erkend installateur.
▶ Laat de werkzaamheden alleen uitvoeren door een erkend installa-
teur.
▶ Laat geconstateerde gebreken onmiddellijk verhelpen.
Mantel reinigen
Geen scherpe of etsende reinigingsmiddelen gebruiken.
▶ Reinig de mantel met een vochtige doek.
Controleer de bedrijfsdruk van de verwarming
De bedrijfsdruk bedraagt normaal gesproken 1 tot 2 bar.
Wanneer een hogere bedrijfsdruk nodig is, krijgt u deze waarde van uw
installateur.
▶ Lees de bedrijfsdruk op de manometer af
0010011235-001
( afbeelding 1, pagina 5).
CV-water bijvullen
Het bijvullen van het cv-water is voor iedere cv-installatie verschillend.
Laat daarom de installateur het bijvullen voordoen.
OPMERKING:
Materiële schade door temperatuurspanningen!
Bij het bijvullen van koud cv-water in een hete ketel kunnen thermische
spanningen spanningsscheuren veroorzaken.
▶ Vul de installatie enkel in koude toestand. Maximale aanvoertempera-
tuur 40 °C.
De maximale druk van 3 bar, bij de maximale temperatuur van het cv-
0 010 002 711-002
water, mag niet worden overschreden (overstortventiel gaat open).
Ontluchten radiatoren
Indien radiatoren niet gelijkmatig warm worden:
▶ Radiatoren ontluchten.
Warmtedragende vloeistof bijvullen bij solarinstallaties
De warmtedragende vloeistof mag alleen door een installateur worden
bijgevuld.
De maximale druk van 6 bar, bij de maximale temperatuur van het solar-
systeem, mag niet worden overschreden (veiligheidsklep opent).
1)
1)
Onderhoud
Storingen
7