Do's en don'ts tijdens het rijden
Voor het rijden: Controleer de volgende zaken voordat u gaat rijden.
Controlepunt
1. Stabiliteit
Stuur
2. Stuurflexibiliteit
3. Geen axiale verplaatsing of speling.
Remmen
1. Remhevel heeft 5 tot 9 mm loze beweging.
1. De bandenspanning van de beide banden ligt tussen de 25 en 34psi.
Banden
2. Goede bandprofieldiepte
3. Geen barsten of openingen
Accu
Voldoende voor de geplande reisafstand
Lichten
Controleer alle lichten – grootlicht, dimlicht, remlicht, richtingaanwijzer etc.
Claxon
Controleer of de claxon werkt
Beschrijving
27