Toegestane temperatuur bij opslag
70°C
-25°C
Toegestane luchtvochtigheid bij opslag
RH ≤93%
Niet blootstellen aan vocht
SN
Serienummer
Met de CE-markering wordt aangetoond
dat het apparaat voldoet aan de fundamen-
0483
tele eisen van de richtlijn 93/42/EEG voor
medische hulpmiddelen.
Gebruiksaanwijzingen
• Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip, zodat de
gemeten waarden vergelijkbaar zijn.
• Rust voor iedere meting ongeveer 5 minuten uit!
• Als u meerdere metingen bij dezelfde persoon wilt uitvoe-
ren, moet tussen de afzonderlijke metingen telkens 5 minu-
ten rust worden gehouden.
• Ten minste 30 minuten voor de meting mag u niet eten,
drinken of roken, en geen lichamelijke inspanningen ver-
richten.
• Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten
waarden.
• De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indica-
tie - ze vormen geen vervanging van een medisch onder-
zoek! Bespreek uw meetwaarden met uw arts. Neem in
geen geval op eigen grond medische beslissingen op basis
van deze waarden (bijv. met betrekking tot medicijnen en
hun doseringen)!
• Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby's, zwangeren en
vrouwen met pre-eclampsie.
• Bij verminderde doorbloeding van een arm wegens chro-
nische of acute aderziekten (onder andere adervernau-
wingen) is de polsmeting minder nauwkeurig. Kies in dat
geval voor een bloeddrukmeter waarmee metingen aan de
bovenarm worden uitgevoerd.
• Aandoeningen aan het hart en de bloedvaten kunnen lei-
den tot foutieve metingen of de meetnauwkeurigheid beïn-
vloeden. Dit is ook het geval bij een zeer lage bloeddruk,
diabetes, doorbloedings- en hartritmestoornissen en bij
koude rillingen of trillingen.
• De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een
een chirurgisch apparaat met hoge frequenties worden
gebruikt.
• Gebruik het toestel alleen bij personen met een polsom-
vang die binnen de grenswaarden ligt voor het apparaat.
• Let op dat de functie van het betreffende ledemaat tijdens
het oppompen kan worden beïnvloed.
• De bloedsomloop mag door de bloeddrukmeting niet
onnodig lang worden afgebonden. Haal bij storingen van
het apparaat de manchet van de arm.
• Voorkom een aanhoudende druk in de manchet en veelvul-
dige metingen. De belemmering van de bloeddoorstroming
die daardoor ontstaat, kan leiden tot verwondingen.
• Let op dat de manchet niet om een arm wordt geplaatst
waarvan de slagaderen of aderen een medische behande-
3