Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedieningselementen En Aansluitingen; De Monokanalen; Microfoon- En Line-Ingangen; Equalizer - Behringer XENYX 502 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor XENYX 502:
Inhoudsopgave

Advertenties

6
XENYX 502/802/1002/1202 Gebruiksaanwijzing
de adressen van onze BEHRINGER-vestigingen (Global Contact Information/
European Contact Information). Als er voor uw land geen contactadres
vermeld is, kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde importeur.
Onder het kopje Support op onze website http://behringer.com kunt u ook de
contactadressen vinden.
Als uw apparaat, samen met de aankoopdatum, bij ons geregistreerd is,
wordt het afhandelen van uw garantiea-anspraken aanmerkelijk eenvoudiger.
Hartelijk dank voor uw medewerking!
2.
Bedieningselementen en
Aansluitingen
In dit hoofstuk worden de verschillende bedieningselementen van uw
mengpaneel beschreven. Alle regelaars, schakelaars en aansluitingen komen
uitgebreid aan bod.
2.1

De monokanalen

2.1.1

Microfoon- en line-ingangen

MIC
Ieder monoingangskanaal biedt u een
symmetrische microfooningang via de
XLR-bus, waarbij door een druk op een
knop ook een +48 V fantoomvoeding voor
de werking van condensatormicrofoons
ter beschikking staat. De XENYX
Preamps maken een onvervalste,
ruisvrije versterking mogelijk, zoals men
typisch genoeg alleen van dure Outboard-
voorversterkers kent.
Zet het weergavesysteem stil,
voordat u de fantoomvoeding
activeert. Anders wordt er een inschakelgeluid via de
meeluiserluidspreker weergegeven. Zie verder de aanwijzingen in
paragraaf 2.3.5 "Fantoomvoeding en LED-indi-catoren".
LINE IN
Elke mono-ingang beschikt ook over een symmetrische Line-ingang, die als
6,3-mm klinkerbus is uitgevoerd. Op deze ingangen kunnen ook asymmetrisch
geschakelde stekkers (monoplug) worden aangesloten.
Denkt u er alstublieft aan, dat u altijd of de microfoon- of de line-
ingang van een kanaal mag gebruiken, maar nooit beiden tegelijk!
GAIN
Met de GAIN-potmeter stelt u de ingangsversterking in. Altijd wanneer u een
signaalbron aan een van de ingangen aansluit of ervan af haalt, dient deze
regelaar helemaal naar links te zijn gedraaid.
2.1.2

Equalizer

Alle mono-ingangskanalen beschikken over een 3-bands toonregeling
(502: 2-bands toonregeling). De banden kunnen elk maximaal met 15 dB worden
verhoogd of verlaagd, in de middelste stand is de equalizer neutraal.
behringer.com
De schakeltechniek van de Britse EQs berust op de in de meest gerenommeerde
edelconsoles gebruikte techniek, die een warme klankingreep zonder
ongewenste neveneffecten mogelijk maakt. Het resultaat: uiterst muzikaal
klinkende equalizers, die zelfs bij sterke ingrepen van ±15 dB geen neveneffecten
als faseverschuivingen of beperking van de bandbreedte tot gevolg hebben,
zoals bij eenvoudige equalizers vaak het geval is.
EQ
De bovenste (HI) en de onderste band (LO) zijn
shelving-filters, die alle frequenties boven
of onder hun grensfrequentie verhogen of
verlagen. De grensfrequenties van de bovenste
en de onderste band liggen bij 12 kHz en
80 Hz. De middenband van 802/1002 en 1202
is uitgevoerd als peak-filter, waarvan de
middenfrequentie bij 2,5 kHz ligt.
LOW CUT
De monokanalen (1002 en 1202) beschikken bovendien over een steilflankige
LOW CUT-filter (18 dB/oct, -3 dB bij 75 Hz), waarmee u ongewenste,
laagfrequente signaaldelen kunt elimineren.
2.1.3
FX
FX Sends (of AUX Sends) bieden u de mogelijkheid,
van één of meer kanalen signalen uit te koppelen
en op een andere rail (bus) te verzamelen. Aan de
ene FX Send-bus pikt u het signaal op en speelt het
bijvoorbeeld over naar een extern effectapparaat.
Als retourweg dienen dan de Aux Return-bussen
(802) of normale kanaalbedieningen. Elke FX Send-
weg is mono en biedt een versterking van tot
Afb. 2.1: Aansluitingen en regelknoppen
+15 dB. De XENYX 502 beschikt niet over FX Sends.
van deMic-/Line-ingangen
De FX-wegen van deze drie XENYX-mengpanelen
zijn – dat ziet u al aan de aanduiding – voor
het aansluiten van effectapparatuur voorbereid
en post-fader geschakeld. D.w.z., dat het effectvolume in een kanaal naar
de positie van de kanaal-fader richt. Zou dit niet het geval zijn, dan zou het
effectsignaal van het kanaal ook dan hoorbaar zijn, als de fader volledig
"dichtgetrokken" wordt.
PAN
Met de PAN-regelaar wordt de positie van het kanaalsignaal binnen het
stereoveld vastgelegd. Dit onderdeel biedt een constant-power-karakteristiek,
d.w.z. het signaal heeft onafhankelijk van de stand in het stereopanorama altijd
een gelijk volume.
LEVEL
De LEVEL-regelaar bepaalt het geluidsniveau van het kanaalsignaal in de
Main Mix.
CLIP
De CLIP-LED's van de monokanalen lichten op, wanneer het ingangssignaal te
hoog is uitgestuurd. Zet u in dit geval de voorversterking met de GAIN-regelaar
lager, tot de LED uitgaat.

FX Send-routes, panorama- en volume-instelling

Afb. 2.2: De klankregeling van
de mono-ingangskanalen
Afb. 2.3: De FX Send/panorama/
level-regelaars

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Xenyx 802Xenyx 1002Xenyx 1202

Inhoudsopgave