5 Functie
5.1 Werkingsbereik
5.2 Wanneer welke functie gebruiken
FTXTM30+40R2V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-8G – 2021.03
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltebereiken
om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het bedrijfsbereik wordt
gebruikt.
(b)
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit buiten het bedrijfsbereik
wordt gebruikt.
In de volgende tabel vindt u een overzicht van welke functie te gebruiken:
INFORMATIE
Bedrijfsstanden: koelen, drogen en automatisch zijn NIET beschikbaar op de versie
voro alleen verwarmen van het product.
Functie
Basisfuncties
Bedrijfsstanden en
temperatuur
+
Uitblaasrichting
Luchtstroomsnelheid
Geavanceerde functies
(a)(b)
Koelen en drogen
–10~46°C droge bol
18~32°C droge bol
(b)
≤80%
Taken
Het systeem starten/stoppen en de
temperatuur instellen:
▪
In de stand verwarmen en koelen, een kamer
verwarmen of koelen.
▪
In de stand alleen ventilator, lucht in een
kamer blazen zonder te verwarmen of te
koelen.
▪
In de stand drogen, de vochtigheidsgraad in
een kamer verlagen.
▪
In de automatische stand wordt een gepaste
temperatuur en bedrijfsstand automatisch
geselecteerd.
De uitblaasrichting regelen (draaien of vaste
stand).
De hoeveelheid in de kamer geblazen lucht
regelen.
Stiller werken.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
5
Functie
|
(a)
Verwarmen
–25~24°C droge bol
(R.V. = 55,4%)
10~30°C droge bol
—
19