Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Druk op de toets On/Off (22), om het apparaat uit te
schakelen.
• De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Verwijder indien nodig de condensafvoerslang en de hierin
aanwezige restvloeistof.
• Indien nodig het condensreservoir legen.
• Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk transport en
opslag.
Nabestelbare accessoires
Waarschuwing
Gebruik alleen accessoires en hulpapparaten, die in de
bedieningshandleiding zijn opgegeven.
Het gebruik van andere dan in de
bedieningshandleiding aanbevolen
werkgereedschappen of andere accessoires kan
letselgevaar opleveren.
Aanduiding
HEPA-filter
12
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
Het apparaat werkt, maar er is geen condensvorming:
Artikelnummer
7.710.000.025
luchtontvochtiger TTK 99 HEPA
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de stekker op beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer of het condensreservoir goed is geplaatst.
• Controleer de ruimtetemperatuur en de actuele
ruimteluchtvochtigheid. Ligt de actuele
ruimteluchtvochtigheid onder de ingestelde
ruimteluchtvochtigheid, dan gaat het apparaat niet aan.
Houd rekening met het toegestane werkbereik van het
apparaat volgens de technische gegevens.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
• Controleer de vlotter in het condensreservoir op
vervuilingen. Indien nodig het condensreservoir reinigen.
De vlotter moet soepel bewegen.
• Controleer de ruimtetemperatuur en de actuele
ruimteluchtvochtigheid. Ligt de actuele
ruimteluchtvochtigheid onder de ingestelde
ruimteluchtvochtigheid, dan gaat het apparaat niet aan.
Houd rekening met het toegestane werkbereik van het
apparaat volgens de technische gegevens.
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid
overeenkomt met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde gewenste
ruimteluchtvochtigheid. De relatieve
ruimteluchtvochtigheid in de opstelruimte moet boven het
gekozen bereik liggen. Verlaag evt. de vooringestelde,
gewenste ruimteluchtvochtigheid.
• Controleer het luchtfilter en HEPA-filter op vervuilingen.
Indien nodig het luchtfilter reinigen, resp. het luchtfilter
resp. HEPA-filter vervangen.
NL