Applicaties
Huidige stand
Camera-instellingen
De flitserinstelling
wijzigen.
Schakelen tussen de
camera aan de
voorzijde en de camera
aan de achterzijde.
Opnamestanden
• H et voorbeeldscherm kan verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
• D e camera schakelt automatisch uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
• Z org dat de lens schoon is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet correct in bepaalde
standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
• D e camera aan de voorzijde is uitgerust met een groothoeklens. Er kan een kleine
vervorming optreden in groothoekfoto's wat niet duidt op prestatieproblemen.
De scherpstelling en belichting vergrendelen
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen
dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of
lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het
gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen
blijven vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
Deze functie is alleen beschikbaar in bepaalde opnamestanden.
73
Gezichten er
helderder en egaler
uit laten zien.
Voorbeeldminiatuur
Een foto maken.
Een video maken.
Filtereffecten