de temperatuur niet beduidend lager dan de buitentemperatuur
in te stellen.
In de modus airconditioning kan de luchtstroom alleen op de
afstandsbediening geselecteerd worden.
MODUS ONTVOCHTIGING
zoals voor de modus airconditioning. Dat betekent dat de lucht-
afvoerslang (B2) op het apparaat moet worden aangebracht om
de afvoer van vocht naar buiten mogelijk te maken.
Voor de instelling van deze modus:
•
Druk herhaaldelijk op de toets MODE (C2), tot het symbool
ontvochtiging verschijnt.
•
Het apparaat kiest automatisch de beste luchtstroom.
MODUS VENTILATOR
Voor de instelling van deze modus:
•
Druk herhaaldelijk op de toets MODUS, tot het symbool van
de
ventilator verschijnt.
•
Selecteer de gewenste luchtstroom met de toetsen verho-
gen (C4) of verlagen (C3).
De beschikbare niveaus voor luchtstroom zijn:
Minimale luchtstroom: wanneer een maximaal
geruisloze werking gewenst is.
Gemiddelde luchtstroom: voor een laag ge-
luidsniveau, maar ook een goed comfortniveau.
Maximale luchtstroom: voor maximale presta-
ties.
SELECTIE VAN HET TEMPERATUURBEREIK
(C3).
Deze functie is ideaal voor het ver-
minderen van de luchtvochtigheid
in de ruimte (lente en herfst, vochti-
ge ruimten, regenachtige periodes,
enz.). Voor dit type werking moet
het apparaat worden voorbereid
Voor het gebruik van deze modus is
het niet nodig om de luchtafvoer-
slang (B2) op het apparaat aan te
brengen.
De temperatuur kan worden weer-
gegeven in °C of °F. Druk, om de
meeteenheid van de temperatuur
te wijzigen, gedurende ongeveer
10 seconden gelijktijdig op de toet-
sen verhogen
(C4) en verlagen
BEDIENING DOOR MIDDEL VAN DE CST (Cool
Surround Tecnology) AFSTANDSBEDIENING
De CST-afstandsbediening is gebaseerd op Bluetooth® Low
Energy-communicatie met de Pinguino.
Het apparaat functioneert optimaal als het samen met de
CST-afstandsbediening wordt gebruikt.
DE BATTERIJEN PLAATSEN OF VERVANGEN
•
Verwijder het luikje op de achterkant van de afstandsbe-
diening.
•
Plaats of vervang de batterijen met twee nieuwe LR6 "AA"
1.5V-batterijen en zorg ervoor ze correct te plaatsen (zie de
aanwijzingen in het batterijvakje) (afb. 10).
•
Plaats het luikje terug.
Als de afstandsbediening vervangen of afgedankt wordt,
moeten de batterijen verwijderd en afgevoerd worden in
overeenstemming met de huidige wetgeving, omdat ze
schadelijk zijn voor het milieu.
Gebruik geen combinatie van oude en nieuwe batterijen.
Vermijd om alkalinebatterijen, standaard batterijen (zink-
koolstof) of oplaadbare batterijen te mengen. Gooi batte-
rijen niet in vuur. Batterijen kunnen ontploffen of lekken.
Als de afstandsbediening voor een bepaalde tijd niet wordt
gebruikt, moeten de batterijen verwijderd worden. Gebruik
batterijen alleen binnen de aangegeven vervaldatum.
Opmerking: als het apparaat in stand-by staat en de CST ont-
breekt (zonder batterijen of buiten bereik), zal het zoeken naar
de Bluetoothverbinding met CST na ongeveer 1 uur worden on-
derbroken. Om het zoeken te hervatten, moet het apparaat weer
worden ingeschakeld.
BESCHRIJVING VAN DE CST-AFSTANDSBEDIENING
D9
D2
D8
D6
D1 Toets ON/STAND-BY (on/off)
D2 Toets SILENT
D3 Toets luchtstroom
45
D3
D5
D4
D7
D10
D1