Instellingen
Spaarstand
• S paarstand: de spaarstand activeren en de instellingen wijzigen voor de spaarstand.
– Prestaties beperken: instellen dat het apparaat hulpmiddelen beperkt, zoals het
verminderen van de helderheid van het scherm en het uitschakelen van het trillen bij
toetsaanraking.
– Achterg. gegev blokkeren: instellen dat het apparaat voorkomt dat apps die worden
uitgevoerd op de achtergrond, gebruik maken van mobiele gegevensverbindingen.
– Grijstintenstand: instellen dat apparaat alle kleuren als grijstinten weergeeft.
• E xtra energiebesparende stand: de standby-tijd van het apparaat uitbreiden en batterijgebruik
verminderen door het weergeven van een eenvoudigere indeling en het toestaan van beperkte
toegang tot een app.
Opslag
Geheugeninformatie van uw apparaat en geheugenkaart weergeven of een geheugenkaart
formatteren.
Tik op het scherm Instellingen op Opslag.
Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens definitief van de kaart
verwijderd.
De feitelijk beschikbare capaciteit van het interne geheugen is minder dan de
gespecificeerde capaciteit, een gedeelte van het geheugen wordt namelijk gebruikt door
het besturingssysteem en de standaardapps. De beschikbare capaciteit kan veranderen
wanneer u het apparaat upgrade.
Beveiliging
Instellingen wijzigen voor het beveiligen van het apparaat en de SIM- of USIM-kaart.
Tik op het scherm Instellingen op Beveiliging.
• A pparaat coderen: een wachtwoord instellen voor versleuteling van gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen. Elke keer als u het apparaat aanzet, moet u dit wachtwoord ingeven.
Laad eerst de batterij op voordat u deze instelling activeert. Versleuteling van uw gegevens
kan meer dan een uur duren.
205