Lichtmanagement
3. Installatie-instructies
Het relais moduul ( )in een schakeldoos conform DIN 49073 monteren
(afbeelding A).
De aansluitklemmen van het relais-moduul dienen beneden te liggen. Het
relais moduul uitsluitend in combinatie met een toets-moduul gebruiken.
2
Het toetsmoduul (
inpluggen. De elektrische contactering geschiedt via de steker ( ).
Voorafgaand aan het inschakelen van de voedingsspanning toetsmoduul
oppluggen. Netstoringen langer dan 1 sec. leiden tot uitschakeling van
het relais moduul.
4. Kortsluitbeveiliging
Ter beveiliging van het toestel een beveiligingsschakelaar 10 A aan
ingangszijde installeren.
Aansluiting van het relais moduul geschiedt overeenkomstig afb. B.
Relais moduul( ), Last ( ). Max. aangesloten vermogen en
belastingsspecificatie conform de tecchnische gegevens aanhouden.
Afhankelijk van de montagewijze het max. aangesloten vermogen
reduceren:
- 10% per 5°C overschrijding van omgevingstemperatuur 25°C,
- 15% voor inbouw in houtplaat, gipsplaat of holle wand,
- 20% voor inbouw in meervoudige configuraties.
Schakelen van meerdere punten, zie afbeelding C. Relais moduul ( ),
Last ( ) Impulsgever "2-draads" ( ), Aansluiting van extra impulsgevers
( ).
Afb. A
)samen met het frame (
Afb. B
Relais moduul
Art.nr.:1201 URE
3
)op het relaismoduul
2