Lichtmanagement
5. Kortsluitbeveiliging
Ter beveiliging van het toestel een beveiligingsschakelaar 10 A aan de
netzijde installeren.
Aansluiting van het relais-inzetmoduul met poteniaalvrij contact (1)
geschiedt overeenkomstig afbeelding B.
Max. aangesloten vermogen en belastingsspecificatie conform de
technische gegevens aanhouden.
Afhankelijk van de montagewijze het max. Aangesloten vermogen
reduceren:
- 10% per 5°C overschrijding van omgevingstemperatuur 25°C,
- 15% voor inbouw in houtplaat, gipsplaat of holle wand,
- 20% voor inbouw in meervoudige configuraties.
Schakelen van meerdere punten, zie afbeelding B.
Relais-inzetmoduul met poteniaalvrij contact (1), impulsgeverinzetmoduul
"2-draads" (2), impulsgever-inzetmoduul "3-draads" (3), mech.druk
contact (4), Overige impulsgevers (5),last ,
Technische aansluitvoorwaarden (TAV) van het energiebedrijf in acht
nemen.
6. Gebruik van extensie-toestellen
Impulsgever-bediening is alleen mogelijk, wanneer een opzetmoduul op
het hoofdtoestel is gestoken.
impulsgever-inzetmoduul "2-draads": dezelfde functionaliteit met tiptoets
als met relais-inzetmoduul met poteniaalvrij contact mechan.
toetsschakelaar (maakcontact): AAN / UIT (flipflop)
Verlichte mechanische drukcontacten moeten een eigen Nklem hebben.
7. Technische gegevens
Nominale spanning:
Bedrijfttemperatuur:
Aangesloten vermogen:
230 V gloeilampen:
230 V halogeenlampen:
Gemengde belastingen van de gespecificeerde belastingstypen
Minimumlast:
Schakelcontact μ:
Aantal impulsgevers
„2-draads" impulsgever-inzetmoduul,
mechanische toetsschakelaar:
„3-draads" impulsgever-inzetmoduul:
Impulsgevers zijn combineerbaar
Totale lengte impulsgeverkabel:
Beveiligingsschakelaar:
Relais-inzetmoduul
met potentiaalvrij contact
Art. nr.: 1201-1 URE
AC 230 V~, 50 / 60 Hz
5 °C tot +35 °C
800 W
750 W
12 V, 100 mA
relaiscontact potentiaalvrij, voor
schakelen van een tweede
buitenleider geschikt, niet SELV
onbeperkt
10
max. 100 m
conform plaatselijke richtlijnen
uitvoeren, maar max. 10 A
3