7.8 Compressor
7.8.1 Transport
Gebruik geen aangesloten luchtslang om de compressor te dragen of verplaatsen. Gebruik altijd de handgreep
om het product te transporteren.
Laat de druk in de luchttank ontsnappen voordat u het apparaat verplaatst. Zie "14 Onderhoud(Luchttank aftap-
pen/tankdruk laten ontsnappen)" op pagina 13.
7.8.2 Locatie
Plaats het product op een stevig en vlak oppervlak.
Gebruik het product nooit in ruimtes waar gewerkt wordt met waternevel.
Gebruik het product nooit waar zuren, dampen, explosieve gassen of brandbare gassen aanwezig zijn.
Gebruik het product alleen met goede ventilatie en bij een omgevingstemperatuur van +5 tot +40 ºC.
Risico op vallen! Gebruik het product nooit op een dak of andere verhoogde plekken. Gebruik een extra luchtslang
om hoge plekken te bereiken.
7.8.3 Vóór de ingebruikname
Inspecteer het product op scheuren, gaatjes of andere onvolkomenheden waardoor het product onveilig is om te
worden gebruikt.
Controleer voordat u het product op de voeding aansluit of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met
die van de oplaadbare accu.
Zorg ervoor dat de aangezogen lucht droog en stofvrij is.
Gebruik flexibele slangen om te voorkomen dat het leidingsysteem teveel wordt belast bij de aansluiting tussen
het compressorsysteem en leidingsysteem. Gebruik geen lange luchtslangen.
7.8.4 Tijdens het gebruik
Bescherm materiaal- en luchtleidingen tegen schade of lekken. Houd de slang en het elektriciteitssnoer uit de
buurt van scherpe voorwerpen, gemorste chemicaliën, olie, oplosmiddelen en natte vloeren.
De manometer op de compressor is slechts bedoeld ter referentie. Gebruik tijdens het oppompen regelmatig een
nauwkeurige manometer om het risico op te hard opblazen te verminderen. Blokkeer tijdens gebruik nooit de
uitgangen voor het oppompen.
Risico op te hard opblazen
– Laat een compressor nooit onbeheerd achter terwijl de luchtslang is bevestigd aan het item dat wordt opge-
blazen.
– Houd standaard 3 m afstand van het object dat wordt opgepompt.
– Stel de regelaar niet hoger in dan de gemarkeerde maximale druk van het aangesloten voorwerp.
– Er bestaat risico op barsten bij gebruik met objecten waarbij de uitgangsdruk van de compressor groter is
dan de aangegeven maximale druk van het op te blazen voorwerp. Niet gebruiken voor voorwerpen met een
nominale druk van minder dan 8 bar (ongeveer 116 psi).
– Houd de objecten zorgvuldig in de gaten tijdens het opblazen.
– Overschrijd de nominale drukwaarde van enig onderdeel van het systeem niet.
7