D / Ventilatoren
7Verwijder stof van de ventilator en omkasting
7Span de riemen opnieuw zoals aangegeven in hoofdstuk III.5—C.2.1 en C.2.2
7Indien de riem de onderkant van de variabele pulley raakt, pas de spanning aan zoals aangegeven in hoofdstuk III.5—
C.2.1 en C.2.2.
7Normaal gesproken zijn de ventilatoren uitgerust met lagers die voor het leven van smeersel zijn voorzien, en behoeven
daarom geen onderhoud. Voor andere type ventilatoren geldt dat zij iedere 4.000 draaiuren opnieuw gesmeerd moeten
worden (afhankelijk van gebruik en toepassing).
Componenten
Filtratie
Warmtewisselaars
Ventilatoren
Elektrische aansluitingen
Storing
Ventilator draait niet
De unit vibreert
Vroegtijdige slijtage van de riem Incorrecte spanning van de riem
Aanwezigheid van water in de
unit
Condensaat wordt niet volledig
verwijderd
2010/04
INDICATIEVE ONDERHOUDSFREQUENTIE
1 MAAND
Doorblazen
(filters EU2 t/m EU4)
(filters EU2 t/m EU4)
Sifons vullen
Blazen en stofzuigen
Riemspanning en uitlij7
7 7
Aansluitingen controle7
VI / FOUTDIAGNOSES
Mogelijke oorza(a)k(en)
Veiligheidschakeling faalt
Niet correct bedraad
Fan beschadigd of los onderdeel in de fan
Pijpen van de warmtewisselaar komen tegen de pa7
nelen van de omkasting aan
Anti7 trillingsdempers van de unit
Pulleys niet goed uitgelijnd
Te hoge snelheid door de koude batterij
Batterij lek
Druppelvanger defect
Condens van platenwisselaar wordt niet volledig
verwijderd
Condensaatbak stroomt over
Sifon geblokkeerd of afvoergaten in de condensbak
geblokkeerd
Sifon leeg
Sifon niet correct geïnstalleerd (lekt) aan de con7
densbak
SIG AIR HANDLING
LUCHTBEHANDELING
3 MAANDE N
6 MAANDE N
Reinigen
Reinigen
(filters EU2 t/m EU4)
Blazen en stofzuigen
Lagers smeren
ning
12 MAANDE N
Vervangen indien nodig
Blazen en stofzuigen
Reinigen met water en stoom
Riemen vervangen
Aansluitingen controleren en
Oplossingen(en)
Controleer stroomverbruik van de motor
Controleer de bedrading
Reinig de fan
Pas de aansluiting(en) van de warmtewis7
selaar aan
Vervang de trillingsdempers
Span juist aan
Lijn de pulleys uit
Verlaag de snelheid
Vervang de batterij
Vervang de druppelvanger
Vergoot het afschot van de unit en con7
troleer de afvoer
Controleer de afvoeren
Reinig het sifon en de condens7
bak
Controleer afmeting H van het sifon en
vul het sifon
Sluit het sifon correct aan (hfdst. III.2)
Pagina : 12