Display en druktoetsen
Geavanceerde Instellingen
1)
Met deze functie kan het verschil in temperatuur waarde worden aangepast op basis van de ruimte temperatuur. Bijvoorbeeld de
gemeten temperatuur van de thermostaat is 22.5°C en het is daadwerkelijk 23.0°C, dan kan deze waarde worden bijgesteld met 0.5°C.
2)
Met deze functie kan de maximale temperatuur worden ingesteld. Voor normaal gebruik is de maximale waarde 35.0°C wat natuurlijk
voldoende is. Voor andere toepassingen, zoals hot yoga, kan de temperatuurwaarde op bijvoorbeeld 35.0°C worden ingesteld. Let op:
de app gaat niet verder dan 35.0°C! Middels (01) en/of (06) kan de temperatuur waarde worden aangepast.
3)
Met deze functie kan de minimale temperatuur worden ingesteld. Voor normaal gebruik is de minimale waarde 5.0°C wat natuurlijk
voldoende is. Voor andere toepassingen, zoals hot yoga, kan de temperatuurwaarde op bijvoorbeeld 35.0°C worden ingesteld.
4)
Met deze functie kan de soort temperatuurmeting worden ingesteld op basis van de sensor. Voor elektrische vloerverwarming,
hoofdverwarming, worden normaliter beide sensoren gebruikt (2), voor bijverwarming is dat de vloersensor (1). Wordt de thermostaat
gebruikt voor bijvoorbeeld infraroodpanelen oid dan dient deze ingesteld te worden op ruimte (0).
5)
Met deze functie kan de vorstbeveiliging temperatuurwaarde ingesteld worden van 5°C~15°C.
6)
Met deze functie kan het verschil in temperatuur waarde worden aangepast op basis van de vloer temperatuur. Bijvoorbeeld de
gemeten temperatuur van de thermostaat is 22.5°C en het is daadwerkelijk 23.0°C, dan kan deze waarde worden bijgesteld met 0.5°C.
7)
Vloer temperatuur weergave. Wordt weergegeven in de display. Wanneer de thermostaat ingesteld staat op ruimte (04) of vloer (04)
dan wordt er niets aangegeven. Wanneer de thermostaat staat ingesteld op vloer of vloer/ruimte dan wordt de temperatuur van de
externe sensor weergegeven.
8)
Begrenzings temperatuur van de externe sensor welke kan worden aangepast. Wanneer de thermostaat ingesteld staat op ruimte (04)
of vloer dan wordt er niets aangegeven. Wanneer de thermostaat staat ingesteld op vloer of vloer/ruimte dan wordt de temperatuur van
de externe sensor weergegeven.
9)
Met deze functie kan de hysterese, ofwel het temperatuurverschil tussen in- en uitschakelen, worden aangepast. Voor elektrische
verwarming is 0.0°C of 0.5°C prima. Voor conventionele systemen is 0.5°C of 1.0°C prima.
10) NVT
11) De Optima W is voorzien van een electronisch slot, hierdoor hebben de toetsen geen functionaliteit meer. Deze functie is in- en uit te
schakelen via de geavanceerde instellingen. Druk tegelijkertijd op
12) Met deze functie kan de openraam detectie in- of worden uitgeschakeld.
13) Dit is de detectie tijd periode van de openraam detectie.
14) Dit is het verschil in temperatuur. Bijvoorbeeld de thermostaat staat in deze functie op 2°C en de thermostaat bemerkt binnen de
detectie periode een temperatuur verlaging, dan zal de thermostaat een icoon laten opblinken in de display en zal dan de verwarming
uit schakelen.
15) Dit is de vertragingstijd. Wanneer de thermostaat de ORD heeft geactiveerd dan zal de thermostaat uit schakelen. Aan de hand van de
ingesteld vertragingstijd zal de thermostaat weer inschakelen.
16) NVT
17) Reset functie. Selecteer 1 om te resetten. De thermostaat wordt terug gezet naar de fabrieksinstellingen.
3140) Software versie bijv 0110
.
OPTIMA W(ifi) THERMOSTAAT
en
van de thermostaat om deze functie uit te schakelen.
3