Hoofdstuk 11 Beveiliging en veiligheid
Wachtwoorden en beveiliging
U kunt een wachtwoord instellen om uw telefoon te beschermen. Wanneer u de
telefoon aanzet, of activeert, dan moet het wachtwoord invoeren om de
telefoon te ontgrendelen.
Schermvergrendeling instellen
1. Ga naar
Instellingen >
deling.
2. Kies een type schermvergrendeling.
• Klik op Patroon om een eenvoudig patroon met uw vingers te tekenen
om de telefoon te vergrendelen. Zie
voor meer informatie.
• Klik op Pincode om 4 tot 16 nummers in te voeren om de telefoon te ver-
grendelen. Zie
• Klik op Wachtwoord om 4 of meer letters of nummers in te voeren om de
telefoon te vergrendelen. Zie
meer informatie.
Een patroonvergrendeling instellen
1. Ga naar
Instellingen >
deling.
2. Klik op Patroon.
3. Teken een ontgrendelingspatroon en klik op Volgende.
4. Teken nogmaals het ontgrendelingspatroon en klik vervolgens op Bevesti-
gen.
Note
Als u geen andere vergrendelingsmethoden wilt instellen, klik dan op Annuleren.
Een PIN-vergrendeling instellen
1. Ga naar
Instellingen >
deling.
2. Klik op Pincode.
3. Voer 4 tot 16 nummers in.
Wachtwoorden & beveiliging > Schermvergren-
Een PIN-vergrendeling instellen
Een gezichtsvergrendeling instellen
Wachtwoorden & beveiliging > Schermvergren-
Wachtwoorden & beveiliging > Schermvergren-
133
Een patroonvergrendeling instellen
voor meer informatie.
voor