Programmeerfuncties
Behoedzaam ritme
Indien het behoedzaam ritme geacti-
veerd is, worden de trommelbewe-
gingen beperkt. Zo kan u lichtjes vuil
wasgoed behoedzaam wassen.
Het behoedzaam ritme kan worden toe-
gepast in de programma's WIT/BONT,
KREUKHERSTELLEND, Mini , Stijven en
Gemengd textiel .
Heeft u het behoedzaam ritme gepro-
grammeerd, dan wordt bij elke was-
beurt met deze programma's op een
behoedzaam ritme gewassen.
In de fabriek werd het behoedzaam rit-
me niet geactiveerd.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G:
De programmeerfuncties activeert u
met de toetsen voor de bijkomende
functies en met de programmakiezer.
Deze bedieningselementen hebben
een verdoken functie. Die is niet op het
bedieningspaneel af te lezen.
Begintoestand:
– Het toestel is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
– De programmakiezer staat op Einde .
64
A Druk tegelijk op de toetsen voor de
bijkomende functies Intensief en Ex-
tra water , hou die toetsen ingedrukt
en . .
B ... schakel het toestel in met de toets
jk.
C Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt P 0.
D Draai de programmakiezer in de
stand Gemengd textiel .
E In het display knippert nu afwisse-
lend de P en het getal 9.
Bovendien verschijnt rechts een
0 = behoedzaam ritme uitgeschakeld
of
1 = behoedzaam ritme ingeschakeld.
F Door op de toets Start te drukken
schakelt u het display om van 0 naar
1 of van 1 naar 0.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De gekozen instelling van de program-
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.