KEYSTONE-VLINDERKLEPPEN FIGUUR 55
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
2.3 Installatie van de afsluiter
De afsluiters zijn bidirectioneel en kunnen
in beide richtingen ten opzichte van de
stroming gemonteerd worden. De afsluiter
zal de stroming in beide richtingen regelen.
De aanbevolen installatiestand is met de as
horizontaal waarbij de onderrand van de klep
met de stroomrichting mee opent. (Vooral
bij slurries en bij media met een neiging tot
sedimentatie). Voor een optimale regeling en
probleemloze werking wordt een rechte leiding
aanbevolen van 10 tot 20 leidingdiameters aan
de inlaatzijde en 3 tot 5 leidingdiameters aan
de uitlaatzijde. Een afsluiter is geen koevoet.
Gebruik de afsluiter niet om de flenzen te
spreiden. De zitting kan hierdoor beschadigd
raken.
OPMERKINGEN
- De afsluiter kan, al dan niet met de aandrijving
op de afsluiter gemonteerd, in de leiding worden
geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de klep voorzichtig
bewogen kan worden zodat u kunt voelen of de klep
de leiding raakt.
- Gebruik een afsluiter niet om de leiding te
ondersteunen.
- De aangrenzende leiding moet minimale krachten
en momenten overbrengen op de afsluiter tijdens en
na installatie.
- Hanteren en optillen van de afsluiter MOET
gebeuren volgens de voorschriften in paragraaf
'1.3 Hanteren'.
BELANGRIJK
De contactvlakken van de flenzen moeten in
goede staat verkeren en vrij zijn van vuil en/
of deeltjes. Beide leidingen moeten van binnen
geheel schoon zijn.
2.3.1 Bestaand systeem (zie figuur)
1. Controleer of de afstand tussen
de flenzen overeenkomt met de
bouwlengte van de afsluiter. Spreid de
flenzen met geschikt gereedschap om
de afsluiter gemakkelijk in de leiding te
kunnen plaatsen.
2. Sluit de afsluiter zover dat de kleprand
ten minste 10 mm binnen het huis valt.
3. Plaats de afsluiter tussen de flenzen,
centreer het afsluiterhuis en plaats alle
flensbouten.
4. Houd de flens van de afsluiter goed
uitgelijnd, terwijl u de flensspreiders
voorzichtig wegneemt en draai de
flensbouten weer met de hand aan.
5. Draai de afsluiter langzaam open en
dicht om te controleren of de klep
voldoende speling heeft.
6. Zet alle bouten kruislings met het juiste
aanhaalmoment vast.
2.3.2 Nieuw systeem (zie figuur)
1. Draai de klep bijna helemaal dicht en
centreer beide flenzen ten opzichte
van het huis. Zet het huis met enkele
flensbouten goed vast.
2. Plaats de combinatie flens-afsluiter-
flens gecentreerd ten opzichte van de
leiding.
3.
Zet de flenzen met een paar
puntlassen vast aan de leiding.
4. Verwijder de bouten en haal de
afsluiter weg tussen de flenzen.
BELANGRIJK
Las de flenzen nooit helemaal vast terwijl
de afsluiter tussen de flenzen zit geklemd;
de hitte zal de zitting ernstig beschadigen.
5. Las de flenzen aan de leiding vast en
laat de flenzen geheel afkoelen.
6. Plaats nu de afsluiter volgens de
procedure die hierboven is beschreven
voor bestaande systemen.
3