2. Druk op de toets A.
De trommel gaat automatisch open.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
4. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
5. Sluit de trommel en het deksel.
LET OP! Voordat u de deur
van de machine sluit, dient u
erop te letten dat de trommel
goed is gesloten.
Wasmiddelvakjes. Wasmiddel
en additieven gebruiken
1. Doseer de gespecificeerde
wasmiddelen en de wasverzachter.
Wanneer u de voorwasoptie instelt, doe dan het wasmiddel voor de voorwasfase rechtstreeks
Wasmiddelvakje voor de wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
De
M
Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk opnieuw op de Arrêt-toets
het apparaat aan te zetten.
Er klinkt een korte toon.
Een programma kiezen
1. Draai de programmatoets en stel het
programma in:
A
-markering geeft het maximale niveau aan voor vloeibare toevoegingen.
2. Doe het wasmiddel en de
wasverzachter in de juiste vakjes.
Volg altijd de instructies op die
u op de verpakking van het
wasmiddel aantreft. We raden
u wel aan het maximaal
aangegeven niveau niet te
overschrijden. Deze
hoeveelheid zal u echter de
beste wasresultaten geven.
Voeg vloeibare wasmiddelen
toe aan een doseerbol
(geleverd door de fabrikant van
het wasmiddel). Plaats de
doseerbol in de trommel van de
wasmachine, bovenop de
kledingstukken.
in de trommel.
• Het indicatielampje van Départ/
Pause
• Op het display wordt de
programmaduur weergegeven.
om
2. Wijzig indien nodig de temperatuur, de
centrifugeersnelheid, de cyclusduur of
voeg de beschikbare opties toe. Als je
een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
17
knippert.