1
Selecteer de juiste lengte van de contactpunten voor het type
vacht van uw hond:
• Gebruik de lange contactpunten voor honden met dikkere
vachten.
• Gebruik de korte contactpunten voor honden met dunnere
vachten.
2
Gebruik indien nodig de meegeleverde sleutel om de
contactpunten te verwijderen.
3
Draai de contactpunten in de halsband.
4
Draai de contactpunten vast met de meegeleverde sleutel,
maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de contactpunten strak tegen de hals aan zitten
als u de hond halsband omdoet.
De halsband omdoen
Als u irritatie door de contactpunten wilt voorkomen, verwijdert u
om de 24 uur de halsband gedurende ten minste acht uur.
Dit toestel mag niet voor mensen worden gebruikt. Probeer het
niet uit op personen.
KENNISGEVING
Voordat u de halsband om de hals van uw hond bevestigt, moet
u eerst de laadclip verwijderen. Als u de clip niet verwijdert, kan
deze losraken van de halsband en kwijt raken.
Om de hond goed te kunnen corrigeren, moeten de halsband en
het toestel goed om de hals van de hond worden bevestigd. Als
de halsband te los zit of niet goed gepositioneerd is, kunnen de
correcties inconsistent zijn. Dit kan ervoor zorgen dat de training
langer duurt of niet effectief is.
1
Doe de halsband om het midden van de hals.
2
Plaats het toestel voor op de hals van de hond, met het
statuslampje richting onderkaak van de hond en de
contactpunten tegen de keel.
TIP: Voor blafcorrectie moeten de contactpunten van het
toestel zich dicht bij de stembanden van de hond bevinden.
De exacte plaats kan per hondenras verschillen. Als het
toestel het geblaf van de hond niet lijkt te detecteren, kunt u
proberen de juiste plaats te vinden door het toestel verder
van of dichter bij de romp van de hond te positioneren.
3
Trek de halsband strakker rond de hals van de hond en maak
de gesp vast.
OPMERKING: De band moet stevig vastzitten, zodat deze
niet kan verdraaien of verschuiven. De hond moet zijn voer
en water normaal kunnen doorslikken. Observeer het gedrag
van uw hond om te controleren of de band niet te strak zit.
4
Beweeg het toestel heen en weer, zodat de contactpunten
door de vacht van de hond heendringen.
Hondentraining
LET OP
OPMERKING: De contactpunten moeten contact maken met
de huid van de hond om effectief te zijn.
5
Als de band te lang is, kunt u deze inkorten tot er nog
minimaal 8 cm (3 inch) band uitsteekt.
TIP: Markeer het gaatje in de band waar de gesp wordt
vastgemaakt, zodat u dit later gemakkelijk kunt terugvinden.
Trainingsintensiteiten en -methoden
U kunt verschillende methoden gebruiken om uw hond te
trainen. Het Delta XC systeem biedt 18 intensiteitsniveaus voor
stimulatie, die stapsgewijs toenemen van 1 tot 18.
Moment-stimulatie: Er wordt een korte stimulatie toegepast
wanneer u op de trainingsknop drukt, ongeacht hoe lang u de
knop indrukt.
Continue stimulatie: Er wordt stimulatie toegepast bij de hond
gedurende de tijd dat u de trainingsknop indrukt, maximaal 8
seconden. De stimulaties die u toepast, dienen gewoonlijk
veel korter te zijn dan 8 seconden.
Toon: Er wordt een hoorbare toon geactiveerd gedurende de
tijd dat u de trainingsknop ingedrukt houdt, maximaal 8
seconden. Een toon kan worden gebruikt als een positieve of
negatieve trainingsmethode, afhankelijk van uw
trainingsprogramma.
Vibratie: Er wordt een trilsignaal toegepast bij de hond in plaats
van stimulatie gedurende de tijd dat u de trainingsknop
indrukt, maximaal 8 seconden. De effectiviteit van het
trilsignaal is afhankelijk van het karakter en de ervaring van
de hond.
Trainingsmodi
Het Delta XC systeem biedt verschillende trainingsmodi, die
verschillende combinaties van kortstondige stimulatie, continue
stimulatie, geluid en trillingen toepassen op de trainingsknoppen
(Trainingsintensiteiten en
-methoden). De drie verticale letters
op het LCD-scherm komen overeen met de trainingsknoppen,
van boven naar beneden. Trainingsknoppen die een stimulatie
activeren worden aangeduid als hoog of laag.
Modus
Bovenste
Middelste
knop
knop
TVM
Toon
Vibratie
VCM
Vibratie
Continu
(hoog)
TCM
Toon
Continu
(hoog)
CMM
Continu
Moment
(alleen
(hoog)
(hoog)
Delta
Sport XC)
MCC
Moment
Continu
(alleen
(hoog)
(hoog)
Delta
Sport XC)
Een trainingsmodus selecteren
U kunt voor elk halsbandtoestel een andere trainingsmodus
selecteren.
1
Selecteer een halsbandtoestel
selecteren).
2
Selecteer MODE om door de verschillende trainingsmodi te
bladeren.
Het juiste intensiteitsniveau kiezen
1
Stel de intensiteit in op het laagste niveau
intensiteitsniveau
wijzigen).
2
Druk op een trainingsknop.
Onderste
Beschrijving
knop
Moment
Beginnende trainer,
(laag)
gevoelige hond, of kleine
correcties
Moment
Allround training
(hoog)
Moment
Allround training
(hoog)
Moment
Geavanceerde training,
(laag)
populair voor
jachthondentraining
Continu
Geavanceerde training,
(laag)
populair voor
gehoorzaamheidstraining
(Een halsbandtoestel
(Het
3