3.8.4 Voor het wegrijden / Rijstand
Om de palletaanhangwagen klaar voor vervoer te maken dient de palletaanhangwagen in rijstand te
worden gebracht. Dit houdt in dat de aanhangwagen (met en zonder lading) klaar is om achter een
trekkend voertuig getransporteerd te worden. Om de palletaanhangwagen in rijstand te brengen
dienen de volgende stappen voltooid te worden.
•
vorken dienen omhoog gehesen te worden
•
vergrendelingen aan de linker en rechterzijde dienen gesloten te worden
•
De achterklep dient gesloten en vergrendeld te worden volgens aanwijzingen 3.8.2.
•
De (rode) kraan op de pomp dient geopend te worden waardoor de vergrendelingen op de
linker en rechtervoorzijde in hun vangpositie vallen en de vorken door de achterklep
ondersteund worden.
•
Indien zich lading op de palletaanhangwagen bevind dient deze vastgezet te worden volgens
de daarvoor gelden regels van de wegenverkeerswet. Hiervan dient de gebruiker op de
hoogte te zijn en deze dient deze regels dan ook na te volgen. Hierbij kan gebruik worden
gemaakt van de bindrails die zich op de linker en rechterzijde van de palletaanhangwagen
bevinden.
•
Controleer de kogeldruk door te letten op gelijkmatige verdeling van de lading.
•
Koppel de palletaanhangwagen aan volgens voorschrift 3.8.1.
•
Draai het steunwiel omhoog en zet het vast. Het steunwiel moet altijd parallel aan de rijrichting
staan. (steunwiel mag remstang niet hinderen)
•
Controleer de koppeling. Het koppelingshuis moet de kogel helemaal en geborgd
omsluiten. Let op de juiste positie >>+<< (zie 3.8.1)
•
Bevestig de losbreek remkabel aan het trekkende voertuig.
•
Plaats de verlichtingstekker in stekkerdoos van trekkende voertuig.
•
Controleer de verlichting (De verlichting mag nooit afgeschermd / belemmerd worden door de
lading)
•
Controleer voor het wegrijden of eventuele wielblokkering verwijdert is en bij een geremde
palletaanhangwagen opletten dat de handrem niet meer in werking is gesteld.
•
Controleer of alle borgpennen gesloten en geborgen zijn
De palletaanhangwagen is voorzien van een terugrijautomaat. Om achteruit te rijden hoeft de
oplooprem niet vergrendeld te worden.
Belangrijk: Controleer of alle borgpennen gesloten en geborgen zijn
Versiedatum 01-2014 ©Copyright Metaal Centrum Dunning
19