11.2. Bewerkingsmenu (weergave)
draaien +90
draaien ‐90
• Draaien +90: draait de opgenomen foto +90 graden
• Draaien ‐90: draait de opgenomen foto -90 graden
• Horizontaal spiegelen: spiegelt de foto horizontaal
• Verticaal spiegelen: spiegelt de foto verticaal
• Beëindigen: terug naar de diashow
• Wissen: wist de weergegeven foto op het geheugenkaartje
• Opslaan: slaat de bewerkte foto op het geheugenkaartje op
• Hoofdmenu: Terug naar het hoofdmenu
11.3. Draaien en spiegelen
Om een foto te draaien of te spiegelen, selecteert u de betreffende optie in het
bewerkingsmenu met de knoppen <Links/Plus> of <Rechts/Min> en bevestigt u de
keuze met de knop <OK>. De menukeuze springt daarna automatisch naar de functie
'Opslaan' . Met de<OK>‐knop slaat u de foto op het geheugenkaartje op en keert terug
naar de preview.
OK
beëindigen
wissen
opslaan
hoofdmenu
23