18
Mass Combi Pro 12/3000-150, 24/3500-100 – Gebruikers- en Installatiehandleiding
5.9
Wat is MasterBus?
Alle apparatuur die geschikt is voor het
MasterBus-netwerk kunt u herkennen aan het
MasterBus symbool.
MasterBus is een netwerk zonder centrale besturing.
Hiermee is communicatie mogelijk tussen de aangesloten
Mastervolt-apparaten. Het is een netwerk dat werkt
volgens het principe van de CAN-bus die zich reeds heeft
bewezen in mobiele toepassingen. MasterBus zorgt voor
de regeling van de elektriciteitsvoorziening van alle
aangesloten apparatuur, zoals de omvormer, de acculader,
de generator en nog veel meer. Hiermee is het mogelijk om
de
aangesloten
apparatuur
communiceren, bijvoorbeeld om een generator te laten
starten wanneer de accu's bijna leeg zijn. Met MasterBus
wordt de complexiteit van een elektrische installatie
aanzienlijk teruggebracht door het gebruik van UTP-
patchkabels. Alle onderdelen van het systeem worden
eenvoudig
aan
elkaar
component
van
het
systeem
MasterBus-communicatiepoorten. Doordat hiervoor slechts
enkele MasterBus-kabels nodig zijn, kan flink op de
materiaal- en installatiekosten worden bespaard.
Nieuwe apparatuur kan eenvoudig toegevoegd worden aan
het bestaande netwerk. Hierdoor is het MasterBus-netwerk
uiterst
flexibel
voor
uitgebreide
Mastervolt biedt ook verschillende interfaces zoals de
Modbus-interface,
waardoor
apparatuur geschikt is voor gebruik in het MasterBus-
netwerk. Voor centrale bediening en bediening van de
aangesloten apparatuur biedt Mastervolt verschillende
panelen, zoals het full colour MasterView System paneel.
Alle afstandsbedieningspanelen zijn geschikt voor zowel
uitlezing, bediening als configuratie van alle aangesloten
MasterBus-apparatuur.
LET OP!
Sluit nooit een niet-MasterBus apparaat direct
aan op het MasterBus-netwerk! Hierdoor komt
de garantie op alle MasterBus-apparaten te
vervallen.
5.10
Zó maakt u een MasterBus netwerk
Elk
MasterBus-apparaat
communicatiepoorten. Zodra twee of meer apparaten via
deze communicatiepoorten met elkaar in verbinding
worden gebracht, vormen ze een lokaal datanetwerk,
aangeduid als MasterBus. Houd rekening met de volgende
regels:
Plaats een terminator aan beide uiteinden van het
netwerk.
met
elkaar
te
geketend.
Hiertoe
is
uitgerust
met
systeemconfiguratie.
ook
niet-MasterBus-
is
uitgerust
met
OK
Verbindingen tussen de apparaten maakt u met
behulp van standaard UTP-kabels.
OK
laten
ieder
Minstens één apparaat in het netwerk moet in staat
twee
zijn om MasterBus-voeding te leveren (zie
specificaties). Aangezien alle voedende apparaten
galvanisch gescheiden zijn, is het mogelijk om
meerdere voedende apparaten aan te sluiten.
Maak geen cirkelvormige netwerken.
twee
Maak geen T-verbindingen in het netwerk.
OK