Inhoudsopgave
Advertenties
5
Uw Webasto Go mobiele
lader gebruiken
5.1
Indicatorlicht
1
Afb. 7 Webasto Go mobiele lader
1
Indicatorlicht
Het indicatorlicht op uw lader is het eerste wat u zult zien wan-
neer u deze van uw voertuig los of vast wilt maken. Hier is een
eenvoudige uitleg van de indicatoren voordat u aan de slag
gaat.
ORANJE indicator
De ORANJE indicator licht op wanneer de lader opnieuw opstart
na een fout. Zie de hoofdstuk 8.1, "Bij storingen" op pagina 9
voor meer informatie.
BLAUWE indicator
Wanneer de lader is gekoppeld met het stopcontact geeft de
BLAUWE indicator aan dat hij klaar is voor gebruik. Tijdens het
laden zal de BLAUWE indicator elke twee seconden aan- en uit-
knipperen. Zie de hoofdstuk 8.1, "Bij storingen" op pagina 9
voor meer informatie.
RODE indicator
De RODE indicator licht op wanneer de lader een fout detec-
teerd. Als de RODE indicator brandt, zal de lader geen voeding
leveren aan het voertuig. De fout moet worden opgelost voor-
dat het laden kan beginnen of door kan gaan. Zie de hoofd-
stuk 8.1, "Bij storingen" op pagina 9 voor meer informatie.
5.2
Uw voertuig opladen
4
3
Afb. 8 Webasto Go mobiele lader
1
Type 1 IEC-koppelstuk
3
Adapter laag vermogen
5911743-A-01 Webasto Go NL
1
2
2
Type 2 SAE-koppelstuk
4
Adapter hoog vermogen
Uw Webasto Go mobiele lader gebruiken | 5
AANWIJZING
Als de muurhanger niet gebruikt wordt om de kabels
op te hangen, gebruik dan een stopcontact dat dicht bij
de grond is.
AANWIJZING
Bekijk de volgende veiligheidskenmerken hoofdstuk 3.4,
"Veiligheidskenmerken" op pagina 6.
1.
Zorg dat het voertuig in parkeermodus is (P).
2.
Steek de adapter stevig in de controlebox.
3.
Steek het andere einde van de adapter stevig in het ge-
schikte stopcontact.
AANWIJZING
U hoort een 'klik' wanneer de adapter volledig in de
controlebox zit, zorg dat de adapter volledig recht in de
controlebox zit voordat u het andere einde in het stop-
contact steekt. Anders kan er een fout ontstaan of kan
de laadsessie langer duren.
4.
Wanneer het stopcontact is aangesloten:
– De ORANJE, BLAUWE en RODE indicatoren zullen één
keer knipperen. Daarna gaat de BLAUWE indicator AAN,
gevolgd door een knipper van de RODE indicator. Daar-
na zal de BLAUWE indicator UIT en weer AAN gaan. De-
ze cyclus gebeurt twee keer als er een andere adapter
gebruikt wordt dan tijdens de vorige lading.
5.
Steek het koppelstuk in de aansluiting op uw voertuig:
– Koppelstuk type 1: Het koppelstuk laat een klik horen
wanneer deze volledig is ingestoken.
– Koppelstuk type 2: Het koppelstuk zit vast wanneer
deze volledig is ingestoken.
6.
Wanner het laden begint:
– De BLAUWE indicator knipper ongeveer iedere twee se-
conden aan en uit.
7.
Wanneer het laden klaar is:
– De BLAUWE indicator blijft ononderbroken blauw.
8.
Om het koppelstuk los te koppelen van de voertuiglaad-
poort:
– Koppelaar type 1: Druk op de ontgrendelingsknop op
het koppelstuk en trek daarna het koppelstuk uit het
voertuig.
– Koppelaar type 2: Druk op kabel-vrijgaveknop van het
voertuig en trek daarna het koppelstuk uit het voertuig.
AANWIJZING
Als u de lader in een onbekend stopcontact steekt is het
verstandig om het laadproces een paar minuten in de
gaten te houden om er zeker van te zijn dat de ver-
wachtte AC wordt geleverd, voordat u de lader onbe-
heerd laat.
De RODE indicator zal branden als hij niet oplaadt. Het
apparaat valt UIT als er een storing is in een zekering of
GFI.
AANWIJZING
Zie de handleiding van het voertuig voor meer informa-
tie over het opladen van uw voertuig, inclusief laderin-
stellingen en -programmering.
7 / 12
Advertenties
Inhoudsopgave
