VEILIGHEIDSALARMEN
Als er tijdens het rijden met uw Superstar een systeemfout of een illegale
bewerking wordt uitgevoerd, dan wordt de gebruiker daarvan door het
apparaat op verschillende manieren op de hoogte gebracht.
U zult merken dat de bewegingsindicator ROOD wordt en u een
pieptoon hoort die u waarschuwt om voorzorgsmaatregelen te nemen
en niet verder te rijden, want het apparaat zou plotseling kunnen
stoppen.
De volgende zijn veelvoorkomende gebeurtenissen waarbij u de
veiligheidswaarschuwingen hoort. Deze kennisgevingen mogen niet
worden genegeerd, maar u moet passende maatregelen nemen om
alle onregelmatige
werking, storing of fouten te corrigeren.
• Bij onveilige rijoppervlakken (ongelijk, te steil, onveilig, enz.)
• Als u op het apparaat stapt terwijl het platform meer dan 10 graden
naar voren of naar achteren is gekanteld.
• Als de batterijspanning te laag is.
• Als het apparaat nog aan het opladen is.
• Als het apparaat tijdens het rijden zelf gaat kantelen vanwege een te
hoge snelheid.
• Bij oververhitting of als de motortemperatuur te hoog wordt.
• Als het apparaat gedurende 30 seconden heen en weer werd
geschud.
• Als het systeem in beveiligingsmodus gaat, dan gaat de
alarmindicator branden en het apparaat trillen. Dit gebeurt meestal
wanneer de batterij bijna leeg is en het apparaat plotseling stopt.
• Als het platform meer dan 10 graden naar voren of achteren wordt
gekanteld, schakelt de
Superstar uit en houdt op met werken,
waardoor de bestuurder mogelijk uit balans raakt of zou kunnen vallen.
• Als een of beide banden geblokkeerd zijn, stopt het apparaat na 2
seconden.
17