4
Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) door op de numerieke toetsen te
drukken.
•
Voor het invoeren van een spatie tussen de cijfers, drukt u op
Om een "+" in te voeren, drukt u op
•
Om een fout te wissen, drukt u op
5
START/MEMORY
Druk op
6
Voer uw naam in via de numerieke toetsen zoals in de onderstaande
tabel weergegeven. Er kunnen max. 24 karaktertekens worden
ingevoerd.
Voorbeeld: SHARP = 7777 44 2 777
SPACE =
A =
B =
C =
D =
E =
F =
♦
Voor het invoeren van opeenvolgende letters waarvoor dezelfde toets nodig
is, drukt u op de
♦
Om een fout te wissen, drukt u op
♦
Om een kleine letter in te voeren, gaat u door met het indrukken van de
lettertoets tot de kleine letter verschijnt. Om één van de volgende symbolen
in te voeren, drukt u herhaaldelijk op
. / ! " # $ % & ( )
(Opmerking: Speciale karaktertekens voor de geselecteerde displaytaal
verschijnen aan het einde van de symbolenlijst.)
7
START/MEMORY
Druk op
8
STOP
Druk op
om het faxnummer in het geheugen in te voeren.
G =
N =
H =
O =
P =
I =
Q =
J =
R =
K =
S =
L =
T =
M =
toets nadat u de eerste letter heeft ingevoerd.
+ , - : ; < = > ? @ [
.
om terug te keren naar het datum en tijd display.
Invoeren van uw naam en nummer
.
.
7
U =
V =
W =
X =
Y =
Z =
.
of
:
] ^ _ ` { | }
Display:
DATE&TIME SET
.
17