AANPASSING VAN HET SYSTEEM
WIJZIGEN, VERWIJDEREN OF TOEVOEGEN VAN EEN
RFID-KAART / TAG
Elke gebruiker kan zijn RFID-kaarten/labels toevoegen, wijzigen of verwijderen met behulp van het LCD-
-toetsenbord. Deze veranderingen worden uitgevoerd na autorisatie door Instellingen - Gebruikers - Ge-
bruiker - Toegangskaart 1 (of 2) te kiezen. Om een nieuwe RFID-kaart / tag in te voeren, moet u naar de
bewerkingsmodus gaan (toegangskaart 1 of 2 begint te knipperen) door op Enter te drukken. Dan moet
de RFID-kaart/tag geplaatst worden op de lezer of moet het serienummer handmatig worden ingevoerd.
Na bevestiging door opnieuw te drukken op Enter, wordt de RFID-kaart/tag toegevoegd. Wilt u een toe-
gangskaart wissen, voer dan „0" in het veld voor het serienummer. Nadat de wijzigingen zijn voltooid, moet
de verandering worden opgeslagen door Opslaan te kiezen, als het systeem Instellingen opslaan? vraagt
De systeemadministrator kan RFID-kaarten/tags toevoegen, wijzigen en verwijderen uit zowel het LCD-to-
etsenbord als J-Link.
WIJZIGEN VAN EEN GEBRUIKERSNAAM OF TELEFOONNUMMER
Elke gebruiker kan zijn telefoonnummer toevoegen, wijzigen of verwijderen op het LCD-toetsenbord. Dit
kan na autorisatie worden gedaan door Instellingen - Gebruikers - Gebruiker - Telefoon (of Naam) te se-
lecteren. Om wijzigingen uit te voeren moet de gebruiker zich bevinden in de bewerkingsmodus. Dit wordt
gedaan door op Enter te drukken op een betreffende regel. Na de uitvoering van de veranderingen worden
deze bevestigd door opnieuw te drukken op Enter. Voer „0" in in het telefoonnummerveld om een telefo-
onnummer te wissen. Nadat de wijzigingen zijn voltooid, moet de verandering worden opgeslagen door
Opslaan te kiezen, als het systeem Instellingen opslaan? vraagt
De systeemadministrator kan het telefoonnummer van de gebruiker toevoegen, wijzigen of verwijderen of
de naam van de gebruiker veranderen vanaf zowel het LCD-toetsenbord als J-Link.
TOEVOEGEN / VERWIJDEREN VAN EEN GEBRUIKER
Alleen de systeemadministrator (of servicetechnicus) kan een nieuwe gebruiker toevoegen of deze wissen
uit het systeem. Dit kan alleen via het programma J-Link, of het programma F-Link ingeval van een techni-
cus.
Bij het aanmaken van een nieuwe gebruiker moet een autorisatiecode worden gecreëerd of een RFID-ka-
art/tag toegewezen (of een combinatie van deze). Verder moeten toegangstoestemmingen (rechten) worden
vastgesteld: welke sectie de gebruiker kan bedienen, welke programmeerbare uitgangen zij kunnen bestu-
ren, en welk type autorisatie nodig zal zijn.
GEBEURTENISGESCHIEDENIS
Het beveiligingssysteem slaat alle uitgevoerde operaties en
gebeurtenissen op (inschakeling, uitschakeling, alarmen, storingen,
berichten verzonden aan gebruikers en ARC) op de micro SD-kaart
in het bedieningspaneel van het systeem. Elk item bevat de datum,
het tijdstip (begin en einde), en de bron (oorzaak/ oorsprong)
van de gebeurtenis. Gebeurtenissen worden niet gewist; De
gehele systeemgeschiedenis van het bewaakte terrein wordt
gearchiveerd. Het geheugen kan miljoenen opnamen opslaan.
Op de volgende pagina worden verschillende manieren
beschreven voor het bladeren in de gebeurtenisgeschiedenis.
13