82 - Internet en online-veiligheid
Toegangspunt (router)
Toegangspunten (routers) zijn tweezijdige ontvangers die data
uitzenden naar de directe omgeving. Access points (toegangspunten)
fungeren als mediator tussen bekabelde en draadloze netwerken. De
meeste routers hebben een ingebouwde DSL-modem waardoor u
toegang kunt krijgen tot een high speed DSL-internetverbinding. De
ISP (Internet Service Provider) die u hebt gekozen, levert doorgaans
een modem/router bij een abonnement op hun diensten. Lees de
documentatie die bij uw toegangspunt/router is geleverd zorgvuldig
door voor gedetailleerde setupinstructies.
Netwerkkabel (RJ45)
Een netwerkkabel (ook RJ45 genoemd) wordt gebruikt om de
hostcomputer aan te sluiten op het toegangspunt (zie onderstaande
afbeelding). Dit type kabel wordt ook gebruikt voor het aansluiten van
randapparatuur op het toegangspunt.
Draadloze adapter
Normaal gesproken wordt uw computer geleverd met een interne
draadloze adapter. Een knop of besturingselement in Windows
waarmee u de adapter kunt activeren of deactiveren.
Overzicht van een netwerk
1. Toegangspunt/router
2. Desktopcomputer
3. Modem
4. Printer
5. Draagbare computer
6. PDA/smartphone
7. Netwerkkabels (RJ45)
Een draadloze netwerkverbinding in- en uitschakelen
De meeste computers beschikken over een 'Wi-Fi'-knop waarmee de
draadloze netwerkverbinding in of uit kan worden geschakeld. Als de
computer beschikt over Wi-Fi, maar geen Wi-Fi-knop heeft, kunt u
met behulp van de netwerkbeheeropties het draadloos netwerk in- of
uitschakelen en beheren wat via het netwerk wordt gedeeld. Druk op
de Windows-toets ( ) + W, voer "Thuisgroep" in en klik op
Thuisgroep.