Waterkracht B.V. Varsseveld
6.4.
Dieseloilie brander.
6.4.1. Instellingen.
De juiste brander afstelling is te controleren door regelmatig een rookgas controle uit
te voeren. Indien noodzakelijk brander door een ervaren monteur opnieuw af te
laten stellen.
6.4.2. Verstuiver.
Door vervuilde dieselolie kan de nozzle verstopt raken en branderstoring
veroorzaken. Controleer deze regelmatig op vervuiling, indien nodig reinigen.
6.4.3. Brandstofpomp incl. filter.
De dieseloliepomp is aan de brandermotor gemonteerd. De juiste werkdruk kan
worden ingesteld d.m.v. de oliedrukregelschroef.
Controleer het filter regelmatig op vervuiling, indien nodig reinigen.
6.5.
Waterfilter, reinigingsmiddel filter en brandstoffilter.
Het filter in de watervoorraadtank, filter aan de reinigingsmiddelen zuigslang
regelmatig controleren op vervuiling, indien nodig reinigen
Een vervuild aanzuigfilter kan zeer grote schade aan de
hogedrukpomp veroorzaken, ten gevolge van watergebrek. Zorg
ervoor dat het aanzuigfilter nooit verstopt raakt.
Controleer daarom het aanzuigfilter regelmatig op vervuiling.
Reinig deze indien noodzakelijk.
Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften FRANK.
21