Wassen;
1. Steek de stekker in het stopcontact en let er daarbij op dat deze
overeenkomt met de elektrische classificatie die op het typeplaatje
vermeld staat.
2. Plaats de kleren in de machine. Doe er niet te veel was in: het is slechts
een mini-machine.
3. Er zijn 3 waterniveaus (laag, midden, hoog) aangegeven op de machine,
selecteer uw waterpeil volgens de hoeveelheid kleding.
4. Draai de waterkraan open en controleer of het water vlot in de
wasmachine loopt via de invoerslang. Draai de waterkraan dicht
wanneer het water het vereiste niveau heeft bereikt.
5. Voeg waspoeder toe dat geschikt is voor het weefsel en in
overeenstemming met de hoeveelheid te wassen kleding.
6. Zet de wastimer timer tussen 0-10 minuten voor het wassen. Hierdoor
wordt het wasprogramma gestart. Nadat het programma is voltooid, laat
u het water weglopen door de afvoerslang van de zijkant van de
machine te halen en deze in een afvoer of bad te leggen. Het water
wordt automatisch weggepompt.
Centrifugeren:
1. Neem nadat het water volledig is afgevoerd de natte kleren uit de machine.
Zet de centrifugemand in de machine en laat de mand langzaam in het
midden van de machine laten zakken en draai de mand tegen de klok in
zodat deze in de machine vastklikt.
2. Verdeel de kleren evenredig over de mand en niet scheef, zodat de was
gelijkmatig kan draaien.
3. Druk de kleren stevig naar beneden en plaats de kledingpers erop